LESSEN TREKKEN UIT DE EUROPESE VERKIEZINGSUITSLAG

De resultaten van de verkiezingen voor het Europees Parlement zijn duidelijk. In vele landen hebben de partijen die opkwamen voor minder integratie in Europa, grote vooruitgang geboekt. Sommige partijen, zoals de Franse Front National en de Britse UKIP, kwamen openlijk uit voor een uitstap uit de EU. De Europese verkiezingsuitslag lijkt er op te wijzen dat een steeds groter deel van de Europese bevolking wil terugkeren naar haar nationale cocons. Als dit de juiste interpretatie is van de verkiezingsuitslag, rijzen twee vragen. Ten eerste: wat zijn de gevolgen voor de toekomst van de euro? Ten tweede: kunnen de middelpuntvliedende krachten in Europa worden gestopt?
Er kan geen twijfel over bestaan dat de verkiezingsuitslag de toekomst van de euro nog meer in gevaar brengt dan ze al was. De reden is eenvoudig: de euro is een munt zonder land. Om te kunnen overleven op de lange termijn zal de euro moeten worden ingebed in een Europees land. Dit betekent dat we een echte Europese regering, gesteund door een Europees Parlement, zullen moeten creëren. De verkiezingsuitslag suggereert dat de Europeanen minder en minder enthousiast zijn om zo een Europees land te creëren. Dat is slecht nieuws voor de toekomst van de euro. In feite is het nog erger: in deze omstandigheden heeft de euro geen toekomst. Dat is de belangrijkste implicatie van de Europese verkiezingsresultaten. Er is een neiging in Brussel om de extremisten en de populisten de schuld te geven. In feite moeten de beleidsmakers in de Europese hoofdstad wat soul-searching doen over de redenen van de afwijzing van het Europese integratieproject.
De Europese integratie neemt in toenemende mate de vorm aan van bureaucratische integratie als een substituut voor politieke integratie. Dit proces is nog sterker geworden sinds het begin van de schuldencrisis in de eurozone. De uitkomst van deze crisis is dat de Europese Commissie en de Europese Centrale Bank hun bevoegdheden aanzienlijk hebben uitgebreid, zonder dat dit gepaard ging met een stijging van hun democratische legitimiteit. Meer en meer kunnen deze instellingen beslissingen opleggen die een grote invloed uitoefenen op de welvaart van miljoenen, zonder dat de mensen die getroffen worden door deze beslissingen hun democratisch recht kunnen uitoefenen om diegenen die deze beslissingen nemen naar huis te sturen. Als gevolg daarvan hebben die mensen de neiging om het systeem als geheel af te wijzen.
Politieke wetenschappers maken een onderscheid tussen 'output- en inputlegitimiteit'. Outputlegitimiteit betekent dat een bepaalde beslissing legitiem is als ze leidt tot een toename van de algemene welvaart. In deze visie kan een technocratische regering legitiem zijn als ze gebaseerd is op een perceptie dat ze de welvaart verhoogt. Deze visie is sterk beïnvloed door de platonische visie van de perfecte staat. Dit is een staat die wordt geleid door welwillende filosofen die beter dan de bevolking weten wat goed is voor hen en beslissingen nemen die het welzijn van het land verhogen. Inputlegitimiteit betekent dat politieke beslissingen, ongeacht de uitkomst, gebaseerd moeten zijn op een proces waarbij de mensen betrokken zijn, via verkiezingen, en die het mogelijk maken de leiders die slechte beslissingen hebben genomen van de macht te drijven.
Het integratieproces in Europa is steeds meer gebaseerd op de idee van outputlegitimiteit. De zwakte daarvan wordt zichtbaar als de bevolking er niet van overtuigd is dat wat de filosofen aan de top hebben besloten, het maatschappelijk welzijn verbetert. Dat is de situatie in Europa. In veel landen is de perceptie ontstaan dat de beslissingen die in Brussel en Frankfurt worden genomen de welvaart hebben geschaad. Het mag dan ook niet verwonderlijk zijn dat veel mensen de EU verwerpen omdat die hen niet in staat stelt om diegenen die belangrijke beslissingen hebben genomen van de macht te halen.
De Europese politieke elite moet lessen trekken uit de verkiezingsuitslag. Deze les is dat is de enige haalbare integratie de politieke integratie is, en niet de bureaucratische. De toekomst van de Europese integratie kan alleen politiek van aard zijn, dat wil zeggen een proces waarin de burgers de Europese elite kunnen sanctioneren door haar van de troon te stoten.

De auteur is professor aan de London School of Economics and Political Science en gewoon hoogleraar emeritus aan de Katholieke Universiteit Leuven.

Deze tekst verscheen eerst in De Morgen van 3 juni 2014
Paul De Grauwe
Bron: Liberales.be

juni 2014