Een kort gedicht van Pamela over de staatloze samenleving.
De Mens, wordt gezegd, is geneigd tot Het Kwaad
Dus hebben wij dan ook een staatsapparaat
Om ons te vertellen hoe of dat het hoort
En ons te weerhouden van doodslag en moord
Dit zegt men - en iedereen slikt dat als koek
Als niemand ons leidt is het einde toch zoek?
Maar er zit een addertje onder het gras:
Staatslieden zijn óók van het menselijk ras
Door Pamela Hemelrijk
Leren leven met bedrog en rechtsongelijkheid?
Katholiek Nieuwsblad 14 juni 2002, pagina 14
Spreiden journalisten dezelfde minachting ten toon jegens hun lezers als politici jegens hun kiezers? AD-columniste
Pamela Hemelrijk vindt van wel. Ze neemt stelling tegen rechtsongelijkheid en tegen iedereen die vindt dat bedrog iets is
waar we mee moeten leren leven.
PAMELA HEMELRIJK
In het café zat ik te praten met een heel aardige academicus van een jaar of dertig. Het gesprek
ging natuurlijk weer over politiek, en ik zei dat journalisten tegenwoordig dezelfde minachting
tentoonspreidden jegens hun lezers als politici jegens hun kiezers. En dat de kranten, door hun
lezers niet voor vol aan te zien, bezig zijn in snel tempo hun eigen graf te graven. Volgens mij
dan. Die aardige academicus zweeg even. Toen zei hij; "Maar. laten; we nou eerlijk wezen,
Pam. De meeste mensen zijn toch ook eigenlijk veel te dom om te stemmen?'
"Ten eerste:", zei ik; " ben ik dat radicaal met je oneens. En ten tweede: dat iedereen een stem
in het kapittel heeft - zelfs de mensen die niet op de universiteit zijn geweest - dat noem je nou
democratie." Het was weer even: "Misschien", prevelde de: academicus toen." ben ik dan wel
geen voorstander van democratie".
Westerbork
Nu was het mijn beurt om even naar adem te happen. "Daar schrik ik nou van, van die
mededeling", zei ik "Maar ik waardeer het dat je er zo rond voor uit komt. Je bent tenminste
eerlijk. Weet je aan wie ik ineens moet denken? Aan David Cohen, een van de voorzitters van de
Joodse Raad. Ook een academicus. Hij bood zichzelf aan om Joods Amsterdam te
vertegenwoordigen tijdens de Duitse bezetting. Met fatale gevolgen, zoals je weet. Cohen vond
zichzelf namelijk de aangewezen persoon om die taak op zich te nemen. Want, zei hij letterlijk,
je kon de leiding over het 'judenviertel' toch zeker niet overlaten aan de bakker en de slager?
En die bakkers en slagers maar op de trein naar Westerbork stappen. Op dringend advies van
de hooggeleerde Cohen. "Om erger te voorkomen" Tot Cohen tenslotte zelf aan de beurt was om
gedeporteerd te worden. Naar het propagandakamp Theresiënstadt, welteverstaan. Waar je niet
werd vergast, en zelfs vrij behoorlijk te eten kreeg. Hij is dan ook levend teruggekomen, in
tegenstelling tot duizenden bakkers en slagers. Nee, van de academici van deze wereld moeten
we het echt hebben. Ja, je ziet het: ik kan ook met de Tweede Wereldoorlog schermen als het in
mijn kraam te pas komt. Net als Thom de Graaf en Job Frieszo."
Gelegenheidswetgeving
Dat Amsterdam van oudsher een PvdA-bolwerk is, dat wist ik; natuurlijk wist ik dat. Maar dat ze
zo gehersenspoeld zijn dat ze nu in de grachtengordel collectief schande zitten te spreken van
Gerard Spong en zijn aanklacht, daar sta ik toch paf van. Die aanklacht is, zoals u weet,
gebaseerd op artikel 137d wetboek van Strafrecht (aanzet tot haat of discriminatie). Persoonlijk
heb ik het altijd een overbodig artikel gevonden, want ook zonder 137d kun je mensen die het op
dit gebied te bont maken juridisch aanpakken. Dan vervolg je ze gewoon wegens opruiïng. Dat
is namelijk ook een strafbaar feit. Dus van mij had dat stukje politiek correcte
gelegenheidswetgeving er nooit hoeven komen. Van Pim Fortuyn trouwens ook niet; dat was
nou juist wat hij bedoelde toen hij in dat Volkskrant-interview zei dat hij een tegenstander was
van het gebod: gij zult niet discrimineren. De Volkskrant beschuldigde hem er vervolgens van
artikel 1 van de Grondwet ("het fundament van onze westerse beschaving") te willen opheffen,
en dat ging er bij de lezers in als koek. Maar dit terzijde. Maar zolang dat artikel in onze
strafwet staat, zou ik toch wel graag zien dat het ook zonder onderscheid van kracht is voor alle
burgers in dit land, zoals artikel 1 van de Grondwet garandeert. Of is dat te veel gevraagd?
Rechtsongelijkheid
Blijkbaar wel. Blijkbaar vindt de halve grachtengordel dat artikel 137 wél mag worden gebruikt
om de vorige week overleden Janmaat te veroordelen (wegens "vol is vol"; hij liep nog steeds in
zijn proeftijd, en zijn herzieningsverzoek was door het OM afgewezen; over rechtsongelijkheid
gesproken), maar niet om stappen te nemen tegen pakweg Stefan Sanders, die in Vrij Nederland
een rechtstreekse link legde tussen homoseksualiteit in het algemeen en fascisme in het
algemeen. Het feit alleen al dat Spong - in opdracht van zijn overleden cliënt nota bene - het
heeft gewaagd aangifte te doen tegen een paar politici en journalisten, dat feit vervult de
intelligentsia met walging en verontwaardiging. (Zouden ze in de grachtengordel niet weten dat
elke burger die kennis neemt van een strafbaar feit, verplicht is daarvan aangifte te doen?) En
de rechter krijgt niet eens de kans een oordeel te vellen over dit meten met twee maten; want
het Openbaar Ministerie vertikt het om de zaak aan de rechter voor te leggen. Zodat we over
deze fundamentele kwestie waarschijnlijk nooit jurisprudentie zullen krijgen.
Marxistiese rimram
"Jij altijd", zei een hoofdredacteur eens tegen me (nadat hij mij met zoveel woorden had
verboden om nog langer over Srebrenica te schrijven), "jij altijd met je gezeur over de
waarheid, de hele waarheid en niets dan de waarheid... Da's allemaal goed en wel, maar wij
moeten hier een krant maken, ja?" Datzelfde wijsneuzige gerelativeerd hoor ik nu dagelijks om
me heen, en het maakt me wanhopig. "Maar Pam, in het buitenland is het toch hetzelfde laken
een pak?" "Maar Pam, de strijd om de macht is toch per definitie een smerig spel?" "Maar
Pam, je kunt toch van een politicus niet in ernst verwachten dat hij altijd de waarheid spreekt?"
"Maar Pam, ambtelijke corruptie is toch onvermijdelijk en van alle tijden?" En dan heb ik het
nog niet eens over de scholen voor journalistiek, waar generaties HAVO-scholieren, naast
allerlei marxistiese rimram, stelselmatig ingepompt hebben gekregen dat "objectiviteit een
fictie is". Nou, dat hebben die leerlingen zich geen twee keer laten zeggen, als u mij toestaat.
Het onderscheid tussen feitelijke verslaggeving en commentaren is in de doorsnee
kwaliteitskrant niet meer terug te vinden, en zeker niet bij de politieke redacties.
Socrates
Dat totale objectiviteit een fictie is, dat is een waarheid als een koe. Maar wie daaraan het
recht meent te mogen ontlenen om in het geheel niet meer naar objectiviteit te streven, die is
nou volgens mij bezig het fundament van onze beschaving te ondermijnen. Laatst las ik een stuk
over de pre-Socratische filosofie. De wijsgeren van vóór Socrates, vernam ik, hingen nog de
overtuiging aan dat het goede onverbrekelijk verbonden is met het ware; dat die twee niet
zonder elkaar kunnen, en als het ware een heilige twee-eenheid vormden. Socrates heeft die
overtuiging, die toen gemeengoed was, aan het wankelen gebracht met zijn scherpzinnige
interviewtechniek. Ik neem dat Socrates in het geheel niet kwalijk; d'r is niks op tegen mensen
aan het denken te zetten over zaken waar ze nog nooit goed over hebben nagedacht. Maar God
behoede ons voor de navolgers: die hebben er een dogma van gemaakt ("niks is helemaal waar,
en zelfs dat niet"), zodat nu de halve grachtengordel ervan overtuigd is dat stelselmatig bedrog
iets is waarmee we moeten leren leven. "Sjonge", dacht ik, toen ik dat artikel uit had. "Nooit
geweten, maar ik behoor tot de pre-Socratici. Het goede kan voor mij niet bestaan zonder het
ware. Zou ik de laatste der pre-Socratici zijn? In de grachtengordel heb ik in elk geval niet veel
soortgenoten kunnen vinden, tot heden.
januari 2013