Er leven niet veel mensen meer
die 't hebben meegemaakt
De vijand heeft er ongeveer
een derde afgemaakt
Die slapen in een jutezak,
de Burma-hemel is z'n dak,
de kampen zijn verlaten, leeg de cellen.

Er leven niet veel mensen meer
die 't kunnen vertellen.
Wat aan de railroad is gebeurd
weten de doden alleen.
Daar, onder elke dwarsligger,
ligt welgeteld er een,
maar die houdt in Burma-grond
tot in de eeuwigheid z'n mond,
Osaka....had ie nooit kunnen voorspellen.

Er leven niet veel mensen meer
die 't kunnen navertellen.
Die alles weten nog van toen:
de drie-pagodenpas,
de dodenspoorlijn bij Rangoon,
ontvluchten... hoe dat was.
Je werd, zonder te zijn verhoord,
op keizerlijk bevel vermoord.
Maar wie wil dat nu nog ten toon gaan stellen.

Er leven haast geen mensen meer
die 't kunnen navertellen.
En toch... leeft er nog altijd één
die 't navertellen kan,
die de geschiedenis kent als geen:
de keizer van Japan.
Nou hij niet opgehangen is,
had toen prins Bernhard aan de dis
hem best 's morgen vragen
hoe dat zat destijds in Burma
met die doden... en die zieken...
en die honger... en die cellen
Wat had ie dat, terwijl ie at,
mooi kunnen navertellen.
Bron: Wim Kan.

15 augustus.