Een openhartige Palestijnse.
De Palestijnse journaliste Nisreen Abdel Nabi zegt openhartig hetgeen vele
Palestijnen denken.
"Het Palestijnse volk is bang voor zijn eigen leiding, maar niet voor Israël.
Steeds meer Palestijnen verlangen terug naar het Israëlische bestuur in de
bezette gebieden. Ik ken veel Palestijnen die onder Israëlisch bestuur zouden
willen leven en zelfs een baan zouden wensen in het Israëlische leger of bij de
politie. De meeste inwoners van Oost-Jeruzalem zijn tegen een tweedeling van
de stad, omdat ze bang zijn voor een Palestijns bestuur. Ze durven niet te
demonstreren omdat ze bang ze bang zijn voor Abu Mazen, de leider van El
Fatah…. Praten over de verdeling van Jeruzalem is alleen maar politieke
agitatie… Abu Mazen is bijvoorbeeld in Ramallah gehaat. Het volk haat zijn
regering. Wij storen ons niet aan de Joodse nederzettingen en pioniers.
Integendeel, wij kunnen met de meesten van hen goed overweg. Bovendien
verdienen veel Palestijnen hun inkomen in deze nederzettingen. Een bouwstop
in de nederzettingen zal ook de Palestijnen treffen. Geloof me, veel Palestijnen
op de Westbank verlangen terug naar het Israëlische militaire bestuur. Dat ging
veel respectvoller met ons om dan de Palestijnse politie. Niet de Israëlische
agenten en soldaten van destijds, maar de Palestijnse politieagenten van nu zijn
een verschrikking…. De haatpropaganda tegen Israël en tegen de Joden begint
op de Palestijnse scholen in Oost-Jerzuzalem en op de Westbank. In het
bijzonder op de scholen in Oost-Jeruzalem, die voor een deel zelfs door de
Israëlische regering worden gefinancierd. Palestijnse kinderen worden
overspoeld met haat tegen hun Joodse buren. Palestijnen veranderen pas hun
houding tegenover Joden en Israëli's als ze hen persoonlijk leren kennen. Dan
merken ze dat ze geen duivels zijn. Tot zover deze moedige Palestijnse
journaliste.
Uit: "De bizarre Palestijnse werkelijkheid." Het verhaal van Itamar Marcus.
Bron: Het Zoeklicht.
2011.