Allah & Eva -
door Betsy Udink
We hebben het nog nooit zo goed gehad. Dat klopt voor de meeste mensen in het Westen en
zelfs gemiddeld voor de rest van de wereld. Nog nooit was de welvaart wereldwijd zo hoog.
Nog nooit gingen zoveel jongeren naar school. Nog nooit was de levensverwachting van de
mens zo lang. Dit zijn echter maar gemiddelden. Ondanks de toegenomen welvaart, educatie
en gezondheid over de planeet, blijven miljoenen mensen in armoede en onvrijheid leven.
Miljoenen mensen die niet zelf beschikken over hun leven maar afhangen van de goodwill van
anderen. In hoofdzaak vrouwen die ingevolge religieuze en culturele tradities zowel fysisch als
geestelijk onderdrukt worden en een onmenselijk leven leiden. Het gaat om vrouwen in zowat
alle landen, maar toch vooral in de moslimwereld. Vrouwen in ondermeer Nigeria, Algerije,
Saoedi-Arabië, Iran, Afghanistan en Pakistan. Over die onderdrukte positie van de vrouw in
dat laatste land schreef de Nederlandse journaliste en diplomatenvrouw Betsy Udink een
bikkelharde getuigenis onder de titel Allah & Eva. Het is een bundeling van essays waarin de
schrijfster het egoïsme, het cynisme en de ongemene brutaliteit van mannen in de patriarchale
Pakistaanse maatschappij aan de kaak stelt. Het is een ontluisterend boek.
Betsy Udink (1951) werkte als journaliste in Caïro en NewYork. Haar debuut uit 1990, Achter
Mekka, beschrijft haar ervaringen als diplomatenvrouw in het fundamentalistische
Saoedi-Arabië. In 1996 verscheen de roman De primeur van Caro Darmont, in 2001 gevolgd
door Klein leed, verhalen over depressie en slapeloosheid. Drie jaar lang verbleef ze in
Pakistan, het zogenaamde Land der Zuiveren dat in 1947 werd opgericht als verzet tegen het
door de Hindoes gedomineerde India. Het had een seculiere staat moeten worden waarin geen
enkele vorm van discriminatie zou bestaan. Maar in de loop der jaren kregen de orthodox
religieuze partijen steeds meer aanhang en macht en proberen ze van Pakistan een
islamitische staat te maken met de sharia als rechtsstelsel. De orthodoxe moslimmannen
hebben het in hun strijd voor een zuiver geloof niet alleen gemunt op de vrouwen, maar ook
op de niet-moslims, de christenen, joden en ongelovigen. Ze proberen niet-moslims uit te
schakelen, niet alleen via hun wetten, maar ook door ontvoeringen van jonge christelijke
meisjes die dan gedwongen worden om zich tot de islam te bekeren en met een moslim te
trouwen.
Soms gebeurt die uitschakeling zelfs letterlijk. Een aantal leden van de groep Idara, die
opkomt voor de armsten, paria's, lijfeigenen en christelijke Pakistani in Karachi, werden
vermoord door radicale moslims. Karachi is met ongeveer 14 miljoen inwoners de grootste stad
van het land. Betsy Udink beschrijft het als een vreselijke stad vol krotten, open riolen en een
gebrek aan drinkwater naast luxejachten en zakenimperiums. Er woedt een burgeroorlog
tussen sjiitische en soenitische moslims en tal van topmannen van Osama Bin Laden vonden
er een onderkomen. Onthutsend is ook de enorme corruptie in het land. Bedelaars moeten een
deel van hun aalmoezen afstaan aan lokale bendes die 'rendabele' plekken controleren,
vuilnisophalers kunnen alleen hun baantje behouden als ze een deel van hun schamel loon
overmaken aan hogere geplaatsten in de gemeenten, en politiemannen zijn vaak zelf de dieven
en rovers. In andere delen van het land, zoals de North-West Frontier Province werd de sharia
al ingevoerd. Muziek en films zijn er verboden, westerse kledij afgeschaft en bussen stoppen
tijdens het gebedsuur, zo getuigt de auteur.
Onder de fundamentalistische dictator Zia ul-Haq werden de barbaarse Hudood- en
blasfemiewetten ingevoerd onder het mom van 'islamitische wetgeving'. Die laatste wetten
veroordelen mensen die de naam van de Profeet en de Koran bezoedelen tot de doodstraf.
Doorgaans zijn christenen en arme moslims het slachtoffer van deze wetten. Probleem is dat
enkel moslims zich beledigd kunnen voelen, en niet anderen die zich in hun geloof gekwetst
worden. Beschuldigingen als het prijzen van De Duivelsverzen van Salman Rushdie kunnen
leiden tot de meest waanzinnige straffen. De wetten maken elke kritiek op de uitwassen van de
islam onmogelijk en verzekeren de mullahs en imams een ongeziene macht, zowel over
ongelovigen als over de moslims zelf. Onwillekeurig doet dit alles denken aan de houding van
de Taliban in het naburige Afghanistan. Maar eveneens naar de gewelddadige protestacties
tegen de publicatie van enkele Deense cartoons. In Turkije werd daarbij een rooms-katholieke
priester in zijn kerk doodgeschoten.
Volgens de plaatselijke mullahs is de islam de enige godsdienst ter wereld die vrouwen rechten
heeft gegeven. Betsy Udink ging op onderzoek uit, en stelde honderden eremoorden en
seksuele misbruiken vast. Ze bracht een dag door in een Pakistaanse gevangenis tussen
meisjes die door hun familie waren aangeklaagd wegens overspel, zelfs al waren ze vaak het
slachtoffer van verkrachting of terreur. 'Onder de wetten van de islam zijn vrouwen en
minderheden niet meer dan onderhorigen', aldus de auteur. Vrouwen worden in Pakistan
gereduceerd tot een ding, een stuk eigendom in handen van eerst de vader en later de
echtgenoot. Het brengt Betsy Undink tot de vernietigende conclusie dat het rechtssysteem in
Pakistan al lang geleden is bezweken, samen met andere maatschappelijke stelsels. Een van de
ergste gevolgen zijn de eremoorden. Elk jaar sterven in Pakistan duizenden meisjes omdat ze
niet volgens de voorgeschreven gebruiken van de stam en familie willen leven. Ze worden
door hun eigen familieleden omgebracht omdat ze de eer van de (mannelijke) familieleden
zouden hebben aangetast. Talloze Eva's worden om die reden op gruwelijke wijze vermoord in
naam van Allah. 'De familie is tegelijk aanklager, rechter en beul', aldus de auteur. Een
praktijk die ook steeds meer voorkomt in andere landen, zelfs in het Westen.
Onvoorstelbaar is dat dergelijke moorden niet alleen maatschappelijk aanvaard worden, maar
op basis van de islamitische wet ook legaal goedgekeurd. Zo voorzien bepalingen uit de Koran
dat de voogden van de slachtoffers in hun naam vergiffenis kunnen schenken aan de
moordenaars. In de praktijk betekent dit bijvoorbeeld dat de vader van een vermoord meisje
vergiffenis kan schenken aan zijn zoon, nadat die zijn zus heeft vermoord. De praktijk van
eremoorden wordt in Pakistan 'Karo kari' genoemd, en door tal van bewindvoerders
goedgekeurd. 'Karo kiri is een goede traditie van ons land en het lost heel wat
maatschappelijke spanningen op', aldus een Pakistaanse minister. Het is een onthutsende
uitspraak die voortvloeit uit de feodale en tribale gewoontes van de grootgrondbezitters, maar
die haaks staat op de universele rechten zoals de gelijkwaardigheid van elke mens en van
mannen en vrouwen in het bijzonder. Even erg is de praktijk waarbij kleine meisjes - vaak
baby's - worden gebruikt bij wijze van compensatie aan een gegriefde partij. Zo krijgt het
slachtoffer van een moord soms de dochter van de moordenaar als genoegdoening. Een
systeem waarbij moordenaars vrijuit gaan en onschuldige meisjes levenslang moeten boeten.
Opvallend is het feit dat Pakistan het enige land ter wereld is waar de levensverwachting voor
vrouwen lager is dan voor mannen en het land waar de sterfte van kraamvrouwen het hoogste
is in Zuid-Azië. Door discriminatie en verwaarlozing is er een substantieel gebrek aan
vrouwen. Pakistaanse gezinnen wensen vooral jongens en willen dat meisjes zo snel (zo jong)
mogelijk kinderen maken. Allemaal zaken die haaks staan op de mensenrechten. Betsy Udink
stelt vast dat vrouwen ook op andere vlakken gediscrimineerd en onderdrukt worden. Zo
moeten vrouwen gesluierd lopen, krijgen vrouwen een kleiner deel van een erfenis, wordt de
waarde van hun getuigenis maar als de helft aanvaard als die van een man, en is onderzoek op
vrouwelijke patiënten door mannelijke artsen verboden. In geval van echtelijke ruzie moet de
man optreden als 'bemiddelaar'. Als hijzelf vaststelt dat de fout bij de vrouw ligt mag hij haar
met een stok slaan en haar verstoten. 'Onderwerping van de vrouw is een wezenlijk onderdeel
van de islam', aldus Betsy Udink.
De Jama'at e-Ulema Islami is de belangrijkste islamitische partij in Pakistan. Ze financieren
de vele madrassa's in het land, godsdienstscholen waarin jongens van vijf tot tien jaar de
Koran van buiten moeten leren. Ze leren niet echt de betekenis van de woorden of zinnen,
maar herhalen letterlijk wat hun leraars hen voorzeggen. De lessen en scholen zijn gratis en
steeds meer ouders sturen hun kinderen er naartoe omdat ze er gehoorzaamheid aanleren. Het
is in die scholen dat de onverdraagzaamheid, het fanatisme en zelfs het terrorisme worden
overgedragen. In de madrassa's wordt elke vorm van kritisch denken en individueel gedrag
onderdrukt en bestraft. Hun leerlingen worden strikte gehoorzaamheid en onderwerping aan
de heilige tekst geleerd. Op die manier blijven nieuwe generaties vastzitten in de
onveranderlijke regels van geloof en tradities. Dit boek stemt niet vrolijk. Het toont aan dat de
situatie in orthodoxe islamlanden als Pakistan niet verbetert maar steeds verder radicaliseert.
En dat niet-moslims en vrouwen daar de grootste slachtoffers van zijn. Erg is ook dat de rest
van de wereld, en vooral de Verenigde Staten weinig of geen belangstelling toont voor deze
ontwikkeling. Pakistan is een 'bondgenoot' van de VS - net als andere moslimstaten als
Saoedi-Arabië, Egypte en Nigeria - en krijgt zelfs financiële en militaire steun.
Deze dubbelzinnige houding van het Westen - vaak geïnspireerd door het cultuurrelativisme
van de heersende intellectuelen - is nefast voor de positie van miljoenen vrouwen, niet alleen
in Pakistan en de rest van de moslimwereld, maar ook bij ons. Onder het mom van de vrijheid
van godsdienst gebeuren zaken die we als westerlingen al lang niet meer zouden aanvaarden,
zoals de onderdrukking van vrouwen. Het wordt hoog tijd dat we opnieuw pal achter onze
liberale grondwaarden gaan staan en die niet alleen opeisen in onze eigen contreien, maar
ook in de rest van de wereld. Het boek van Betsy Udink toont aan dat maatschappijen die zich
in hun regelgeving en omgangsvormen laten leiden door heilige teksten, onmenselijk zijn.
Waar men regeert in naam van God, gaat de
mens ten onder.
Redactie.
De kop van een artikel over de islam geschreven door een lid van een islamitische site:
http://www.expliciet.nl/
"Zo ontstond er een groep mensen die, net zoals in de westerse cultuur, accepteerden dat de
vrouwen zich naast de mannen bevinden zonder een enige vorm van afscheiding, zonder de
gevolgen hiervan in acht te nemen. Zij trachtten de materiële vormen die de westerse vrouw
ten beeld bracht te imiteren; maar zij beseften niet dat dezen gebaseerd zijn op de visie op
het leven van de westerse cultuur, en zij beseften niet de tegenstrijdigheden hiervan met de
islamitische visie op het leven. Als een slaaf van de westerse cultuur lieten deze mensen zich
meeslepen met deze vertoningen zonder rekening te houden met de gevolgen hiervan"
Barbaren blijven altijd barbaren!
Dag
februari 2014