September 2010.
Vervang Duitsche door islam. Altijd heulen met de vijand. Toen Hitler, nu de Islam.Reden: Antisemitisme
De burgeroorlog binnen het CDA.

Dat de strijd binnen het CDA op een burgeroorlog gaat lijken, is niets vreemds : binnen het CDA is altijd al in zekere mate sprake geweest van strijd, want de combinatie katholieken, gereformeerden en hervormden (KVP, AR en CHU) is nimmer geheel van de grond gekomen.
Het was meer een gelegenheidseenheid.
Waar de katholieken, met meer rituelen dan Bijbelse grondslagen, in mijn niet kerkelijke visie toch iets meer met beide benen op de grond staan, kan ik de andere twee componenten wat minder goed thuisbrengen, alhoewel mijn echtgenote de voormalige AR ( gereformeerd voor het merendeel) als nogal oppervlakkig en activistisch omschrijft en de mensen, die zich hiervoor bij de CHU rekenden als wat diepgaander en meer beschouwelijk en voor het merendeel behorend tot de Nederlandse Hervormde Kerk.
De huidige strijd laat zien wie binnen de restanten van het CDA wie is.
Er zijn er … priesters en predikanten…, die tegen elke vorm van samenwerking met de PVV zijn ( en dus… of zij dat nu zelf beseffen of niet… vóór de islam) en over hen heeft prof. Dr. Hans Jansen het onderstaande artikel geschreven.
Deze mensen zien in de aanhangers van de islam hun broeders en zusters en de verbindende factor is dan de in beide groeperingen reeds eeuwenlang bestaande, zeer oude en soms maar nauwelijks bewuste haat tegen de Joden: het antisemitisme dus.
Men zou denken dat het voor ieder normaal mens toch zo langzamerhand duidelijk moet zijn dat de islam (we hebben het niet over individuele moslims) geen religie in de gebruikelijke betekenis van het woord is, maar een ideologie - die aantoonbaar wrede en barbaarse trekken heeft -, die zichzelf als een religie presenteert ( zich achter de dekmantel 'religie' verschuilt) en die zodoende aanspraak maakt op faciliteiten, die andere religies ook ontvangen ( en overheden, die weinig verstand hebben van religie, honoreren dat en halen er de gelijkheidskwast over).
Helaas is niet te achterhalen wanneer het artikel hieronder is geschreven, daar ik het ontdekte in een tweedehands boek met de titel : 'Christelijke theologie na Auschwitz'.
Dit zeer indrukwekkende boek is niet meer nieuw te koop, wat in feite heel erg jammer is en daarom schaften wij het (ook wel weer gunstig in verband met de financiële crisis) tweedehands aan. Het artikel is heeft als titel:

"Zeg niet dat de kerk geen schuld heeft aan de Holocaust."

"Rabbijn Weismandel schrijft in zijn memoires 'Mijn Hamezar' over de ervaring, die hij in de tweede wereldoorlog samen met rabbijn Niestra in Tsjecho-Slowakije opdeed.
In 1942 ging rabbijn Niestra naar aartsbisschop Kametko met het verzoek om hulp, om te voorkomen dat de Joden zouden worden weggevoerd.
De rabbijn wees hem op de gevaren van honger en ziekten die vrouwen, bejaarden en kinderen zouden moeten verduren.
Van gaskamers had rabbijn Niestra toen nog niet gehoord.
De aartsbisschop antwoordde: "Hier is geen sprake van deportatie.
Jullie zullen daar niet van honger en ellende omkomen.
Zij zullen jullie daar allemaal vermoorden, oud en jong, vrouwen en kinderen in één keer- het is de straf die jullie verdienen omdat jullie onze Heer en Heiland Jezus Christus hebben vermoord.
Er is maar één mogelijkheid om aan deze dodelijke dans te ontspringen: bekeer jullie tot onze godsdienst en dan zal ik mijn best doen het besluit te laten herroepen.
In 1944 werd Weismandel met zijn hele gezin naar een doorgangskamp weggevoerd en vandaar naar Auschwitz.
Toen hij er in slaagde te ontvluchten, ging hij onmiddellijk terug om de pauselijke nuntius te berichten over de omstandigheden waaronder duizenden kinderen in het concentratiekamp moesten leven. De pauselijke nuntius wilde snel van hem afkomen en zei: "Het is vandaag zondag en dat is een heilige dag voor ons.
Ik en Tisso (hoofd van de regering) laten ons op zo'n dag niet in met werelds zaken."
Toen Weismandel zich verbijsterd had afgevraagd hoe het bloed van onschuldige kinderen als 'wereldse zaken ' konden worden afgedaan, zei de nuntius: "Er bestaat in de wereld geen onschuldig bloed van Joods kinderen. Al het joods bloed is schuldig.
Jullie moeten sterven.
Dat is de straf die jullie te wachten staat wegens de zonde."
Terwijl geen enkele bisschop in Duitsland tegen de gebeurtenissen van 9/10 november 1938 ( de 'Reichskristallnacht', toen bijna zeshonderd synagogen in brand werden gestoken en dertigduizend Joden als slachtvee naar kampen werden afgevoerd) protesteerde,
schreef Martin Sasse, bisschop van Eisenbach in Thüringen, enkele weken later in een voorwoord van een nieuwe uitgave van Luthers anti- Joods geschrift 'Von den Juden und ihren Lügen': ' 10 november 1938, de geboortedag van Maarten Luther- staan de synagogen in brand.
De door God gezegende strijd van de Führer om ons volk te bevrijden, krijgt nu zijn bekroning".
De nieuwe editie van Luthers werk werd met een oplage van honderdduizend exemplaren verspreid.
Verder schrijft de bisschop: "In dit uur moet de stem van de man worden gehoord, die in de zestiende eeuw als grote Duitse profeet zijn carrière eerst begon als een vriend van de Joden. Hij wiste toen nog niet beter!
Maar in zijn latere leven werd hij- teleurgesteld door de Joden en luisterend naar de stem van zijn geweten - de grootste antisemiet van zijn tijd, die zijn volk waarschuwt voor de Joden."

'Geboren vijanden.'
Op 17 december 1941 legden de leiders van de evangelische kerk de volgende verklaring af: "De verordeningen van de Rijkspolitie hebben de Joden terecht gebrandmerkt als geboren vijanden van de wereld en het derde rijk.
Na bittere ervaringen gaf Maarten Lüther eeuwen geleden de overheden het advies, tegen de Joden strenge maatregelen te nemen en hen uit de Duitse samenleving te verbannen.
Vanaf de kruisiging van Jezus Christus hebben de Joden het christendom tot op de huidige dag bestreden, misbruikt of vervalst om er zelf beter van te worden.
De christelijke doop brengt geen verandering in de racistisch bepaalde aard van de Jood. Omdat de Evangelische Kerk in Duitsland de opdracht heeft haar lidmaten in hun godsdienstig leven pastoraal te begeleiden, eist zij, dat christenen van het Joodse ras uit de evangelische kerk worden verwijderd."
Deze verklaring werd ondertekend door de bisschoppen van de landskerken van Saksen, Mecklenburg, Sleeswijk- Holstein, Anhalt, Thüringen en door de voorzitter van de lutherse kerk van Lübeck.
Professoren van allerlei disciplines, die bisschoppen van zowel de katholieke als de evangelische kerk regelmatig adviseerden, ondersteunden het beleid van Hitler en de zijnen met betrekking tot de Joden.
Onder hen was ook de toen wereldvermaarde Nieuwe Testamentcriticus Gerhard Kittel, hoofdredacteur van het ' Theologisches Wortenbuch zum Neuen Testament.'
Kittel schrijft in 1933 in 'Die Judenfrage 'dat de lijdensweggeschiedenis van de Joden in de Europese geschiedenis geen ontsporing was, maar wortelde in de brieven van Paulus.
Hij trok uit de traditioneel anti-Joodse uitleg van passages uit de literatuur van het Nieuwe Testament de conclusie, dat het God zelf was die het Joodse volk liet lijden, omdat het Jezus Christus had verworpen en gedood.
Bovendien was hij van mening dat echte volgelingen van Christus zich niet moesten verzetten tegen degenen die in de politieke omstandigheden van 1933 geroepen waren de vloek over het Joodse volk te voltrekken.
Hij noemde het Nieuwe Testament: "het meest anti-Joodse boek uit de geschiedenis van de wereld."
Hij interpreteerde de emancipatie en assimilatie van de Joden als een uiting van ongehoorzaamheid aan de wil van God, omdat daardoor de ballingschap van de Joden- die volgens Gods plan moest duren tot aan het einde van de wereld- werd opgeheven.
In 1933 voelde Kittel zich geroepen de staat te wijzen op de dure plicht als Gods instrument de Joodse ballingschap met behulp van juridische maatregelen te herstellen, ook al moesten de wetten wel in "strenger Sachlichkeit "worden uitgevaardigd.
Hitler onderging de invloed van de anti-Joodse leer en praktijk van de katholieke kerk in de afgelopen eeuwen.
Hans Frank, een vriend van Hitler, schreef dat deze in 1933 tegen hem zei: "In de evangeliën riepen de Joden tegen Pontius Pilatus, toen hij weigerde Jezus te laten kruisigen: 'Zijn bloed kome over ons en onze kinderen'.
Ik moet misschien deze vervloeking voltrekken."
En als Hitler later nog eens op de betekenis van deze berucht geworden tekst terugkomt, zegt hij: 'De Joden hebben Jezus gekruisigd, daarom zijn zij niet waard te leven!"
Midden in de oorlog, in 1942, kende Hitler een bijzondere subsidie toe aan de passiespelen van Oberammergau, die bekend stonden om hun antisemitische portrettering van Judas Iskariot en de overige Joden.
In een brief aan de regisseur schreef Hitler: "Zelden is ergens het Joodse gevaar duidelijker geïllustreerd dan in de rol van Pontius Pilatus.
Als een qua ras en intellect superieure Romein staat hij daar als een rots te midden van het Klein-Aziatisch gespuis."
Toen twee bisschoppen Hitler op 26 april 1933 namens het Duitse episcopaat bezochten, zei hij: "Ik ben aangevallen om de wijze waarop ik de Joden behandel.
Vijftienhonderd jaar heeft de katholieke kerk de Joden als parasieten beschouwd en hen naar het getto verbannen.
Zij wist wat zij aan de Joden had.
Ik sluit me alleen maar aan bij wat er al vijftien eeuwen gedaan is.
Misschien bewijs ik het christendom de grootste dienst."
En tegen pastor Berning zei hij, eveneens in 1933: "Ja, wat voor bezwaren hebt u eigenlijk tegen mijn behandeling van de Joden? Ik ben toch consequent geweest?
Ik doe datgene wat de katholieke kerk al sinds vijftien eeuwen doet.
Het verschil tussen de kerk en mij is, dat ik het helemaal ten uitvoer breng!"

Middeleeuwen.
De katholieke theoloog Hans Küng vatte in 1967 hetgeen talrijke historici ( onder wie ook vele katholieke!) op afdoende wijze hadden bewezen, als volgt samen: "Niet één anti-Joodse maatregel van het nazisme: het voorzien van merktekens door aparte kleding, het sluiten van bepaalde beroepen, het verbieden van gemende huwelijken, plunderingen, verdrijvingen,concentratiekampen, slachtpartijen, verbrandingen - was nieuw.
Dat bestond allemaal reeds in de genoemde 'christelijke' middeleeuwen ( het grote Vierde concilie van Lateranen in 1215!) en in de 'christelijke' Reformatie.
Nieuw was alleen de racistische motivering, voorbereid door de Duits-Engelsman Houston Steward Chamberlain en vervolgens in Nazi-Duitsland doorgevoerd met huiveringwekkende organisatorisch perfecte en afgrijselijke industrialisatie van het moorden.
Ik zou bisschop Bomers ( die het toeschrijven van de Holocaust aan 200 jaar kerkelijk antisemitisme een "grove en onrechtvaardige aantijging"noemde ( Trouw 1 maart) willen uitnodigen om in het Anne Frankhuis te Amsterdam, de tentoonstelling 'Antisemitisme+ A History Portrayed, die 25 mei 1989 door Elie Wiesel werd geopend, te komen zien en de gelijknamige catalogus te kopen.
Ik ben ervan overtuigd, dat de directie hem graag een rondleiding zal geven.
Dr. Hans Jansen is wetenschappelijk medewerker van de Foundation Research into Christian Literature on Jews and Judiasm.

We weten nu welke CDAers zich verbroederd voelen met hun mede antisemieten: de islam.
Het gaat hen niet om de PVV maar om het feit, dat de PVV hun broeders en zuster in de Jodenhaat aanvalt. Gelukkig zijn er vele CDAers, die wel begrijpen dat de islam staatsvijand nummer 1 is.
Ook in de jaren 1939- 1941 heeft Nederland zich onder de Kabinetten Colijn ( in 1939 bestaand uit RKSP, SDAP, VDB, CHU en AR) en De Geer( 1939-1940, bestaand uit RKSP, CHU,VDB en AR) zich niet humaan getoond tegen de Joden, die uit Duitsland vluchtten.
Zij werden onverbiddelijk door de regering teruggestuurd.
Dat Nederland de meeste Joden (en niet naar verhouding) aan de Duitsers heeft uitgeleverd geeft ook al aan, dat de 'christenen' in zijn algemeenheid niet de vrienden van de Joden zijn, maar wel van hen die de Joden willen uitroeien.
Toen Hitler, nu de Islam.
Bij al dit antisemitisme, dat gebracht wordt onder het mom van gelijkheid - en de PVV wordt weggezet als fascistisch - moet ik denken een het gezegde van Prof. J. Presser.: "
Als het fascisme in Europa ooit weer opduikt, zal het dat doen onder de naam antifascisme".
Vinden de CDAers, die de PVV haten tot in het diepst van hun ziel, zichzelf ook antifascisten?
Dag.