Domeinen van de sharia.
Het probleem van parallelle samenlevingen was dieper geworteld in moslimgemeenschappen dan in andere gemeenschappen, die door immigratie ontstonden.
In 2004 hield de Franse binnenlandse inlichtingendienst, de Renseignements Généraux, een inventariserend onderzoek in enkele honderden wijken, waar grote aantallen moslims woonden.
De dienst stelde vast dat bij de helft van hen sprake was van gettovorming op religieuze grondslag.
Of de islam nu de oorzaak was van de separatie of alleen maar een uitermate ernstige complicerende factor, Europeanen- inclusief de moslims onder hen- waren de islam gaan zien als de godsdienst van de Europese getto's.
Ook vóór 11 september 2001 was het islamitische streven naar wereldheerschappij al vele avonden een nieuwsitem op de Europese Televisie (Red: Niet bij de NOS).
Daarom zagen veel Europese autochtonen segregatie niet als een lot, dat door immigranten passief werd ondergaan, maar als een project, dat ze zelf hadden uitgebroed.
Zodra duidelijk werd dat bepaalde immigranten plannen hadden voor de vestiging van vreemde culturen op Europese bodem, kwam immigratie- en a fortiori de immigratie van moslims- in een ander licht te staan.
Het kwam te staan in het licht van een project, dat het claimen van een eigen territorium beoogde.
De oprichting van islamitische instellingen was zorgwekkend, hoe onschuldig hun doel of hoe vreedzaam hun ethos ook was.
In 2005 zag de Engelse journalist Rod Liddle de eerste omtrekken van een moslimstaat in Europa.
Volgens hem was er al 'een keten van stadjes en steden, van Rennes in het zuiden, via Lille, Brussel, Antwerpen, Zeebrugge, Rotterdam en Bremen, tot aan de Deense stad Aarhus in het hoge noorden, waar de moslimpopulatie de 20 procent nadert of overschrijdt ( en in sommige gevallen een meerderheid vormt).
Het probleem was niet alleen, dat jonge moslims zich met het voorbijgaan van de generaties te traag aanpasten aan de Europese cultuur.
Het probleem was, dat ze zich willens en wetens níét aanpasten.
In 2002 weigerde een imam in de Franse stad Roubaix om Martine Aubry, de burgermeester van Lille en voormalig minister van Arbeid, in zijn buurt te ontvangen, zeggende dat dit moslimterritorium was en dat het haram ( niet in overeenstemming met de islamitische reinheidsvoorschriften) zou zijn haar daar welkom te heten.
In Aubervilliers, een voorstad aan de noordzijde van de Parijse périphérique , die dermate Noord-Afrikaans en vroom islamitisch is geworden, dat veel kinderen op vrijdag vrij van school nemen om zich voor te bereiden op het rituele gebed, stemde het gemeentebestuur vóór de instelling van aparte zwemuren voor mannen en vrouwen in openbare zwembaden, omdat het bang was de eerbaarheid van moslimvrouwen te schenden.
In de Normandische stad Dreux, en ook in Denemarken, werd geprotesteerd tegen het in schoolkantine serveren van vlees dat niet halal was.
Het was alarmerend hoe snel de cultuur van een plek als Rosegård, een Zweedse woonwijk vlak buiten Malmö, kon gaan afwijken van de heersende cultuur.
Negentig procent van de vrouwen droeg een gezichtssluier ( ook veel vrouwen die geen sluier hadden gedragen, voordat ze Zweden aankwamen), inclusief hun in Zweden geboren dochters.
Rosegård was vanuit het oogpunt van misdaadbestrijding niet gevaarlijk in de zin van een hoog niveau van drugsgebruik en criminaliteit - althans niet in het begin.
Maar vanuit politiek oogpunt was immigratie daar altijd al een storende factor, omdat Rosegård daardoor een volkomen on-Zweeds oord was geworden.
Uiteindelijk kwam het tot een botsing met de autoriteiten.
In december 2008 braken er op meerdere avonden tegen de politie gerichte rellen uit, waarbij met molotovcocktails en zelfgemaakte bommen werd gegooid.
In heel Europa zagen mensen niet alleen de toename van parallelle samenlevingen, maar ook van 'etnische kolonies', zoals de Turks-Duitse etnograaf Rauf Ceylan ze noemde.
De kinderen van immigranten vonden de Europese cultuur- met haar geautomatiseerde samenlevingsvormen, haar consumptiedrift en haar seksuele frivoliteit- niet altijd duidelijk superieur aan de cultuur van hun ouders.
En dankzij de televisie en vliegtuigen kunnen immigranten en hun nakomelingen nu voor het eerste in de geschiedenis van de transcontinentale migratie altijd weer terugvallen op hun voorouderlijke culturen.
Na een halve eeuw Turkse immigratie in Duitsland, zo constateerde Ceylan, was het Turks
nog altijd de taal van de koffiehuizen, moskeeën en kapsalons van Neufeld, bij Duisburg-
zelfs voor in Duitland geboren jongeren.
De etablissementen waar de mannen zich ophielden,
waren strikt gescheiden door politieke voorkeuren- en de politiek die hen scheidde was
de politiek van Turkije, niet van Duitsland.
En zodoende begonnen autochtone Europeanen zich te ergeren aan ontwikkelingen, die een in
Amerikaanse context- en voorheen ook in een Europese context- als normaal
immigratiegedrag zouden worden gezien.
Een Pakistaan theehuis in een omgeving waar men niet veel van buitenlanders moet hebben
(bijvoorbeeld een gesegregeerde straat in Oldham)
heeft een andere culturele betekenis dan een Pakistaans thuishuis in een multiculturele setting
( bijvoorbeeld Liverpool Street Station).
Wanneer een gemeenschap zich eenmaal heeft afgesloten voor buitenstaanders, kunnen alleen nog maar de ingezetenen' er iets aan hebben.'
Hun buurt heeft meer weg van een bezet gebied dan van een verrijkende multiculturele aanwinst.
En als die gemeenschap steeds religieuzer wordt (wat voor de meeste immigranten gemeenschappen geldt), dan krijgt deze niet alleen het aanzien van een bakermat van separatisme, maar ook de sharia, een onderwerp dat we later zullen behandelen.
Toen er in de betrekkelijke welvarende Parijse voorstad Évry een Halal Franprix- supermarkt werd geopend, die geen alcohol verkocht, moest deze onder druk van het publiek al gauw sluiten.
Vooral de bouw van moskeeën joeg de Europeanen de stuipen op het lijf.
Er bestond nauwelijks enige twijfel over wat dat op den duur inhield.
Dit was geen voorlopig steunpunt voor de volgende generatie, die onvermijdelijk geëuropeaniseerd zou zijn.
Nee, het was een duidelijke verklaring dat mensen van plan waren om voortaan te blijven leven- althans in één domein van het leven, en misschien wel het belangrijkste- zoals ze sinds onheugelijke tijden hadden gedaan in hun land ven herkomst.
De oprichting van religieuze instellingen is een bekende en voorspelbare fase van het immigrantenleven, maar de autochtone bewoners van Amsterdam-West, München en Keulen- waar de strijd rond de bouw van moskeeën hoog oplaaide- zagen dat heel anders.
Ook het moskeecomplex in Duisburg-Marxloh, het grootste van Duitsland, stuitte op verzet, ook al was het een schoolvoorbeeld van een moderne religieuze instelling, met haar leden uit de betere kringen en haar miljoenen euro's subsidie van de Europese Unie en plaatselijke overheden.
Het verzoek om 34 meter hoge minaretten te mogen bouwen werd ingewilligd, maar de gewenste wekelijkse oproep tot het gebed door een muezzin werd zonder meer afgewezen.. De ZDF zond een sensationeel bericht uit die erop neerkwam, dat Duitsers Turks moesten spreken om hun normale bezigheden in Marxloh te kunnen vervolgen.
Deze grote moderne moskee, bedoeld om de Turkse moslimgemeenschap van Duisburg op te stoten in de vaart der volkeren, wekte onder het publiek meer consternatie op dan ooit het geval was geweest met de overige vierenveertig moskeeën van Duisburg, ook al waren die gevestigd in garages, souterrains en achterafstraatjes en werden sommige daarvan bestuurd door islamitische hardliners.
En de reden was duidelijk: deze grote moskee betekende dat de islam zich blijvend in Duitsland had genesteld..
Bron: De Europese revolutie door Christopher Caldwell.
Augustus 2010.