DE EUROPESE IDENTITEIT DOET VREZEN EN BEVEN
Als je weet dat Safet Bektovic, Jo Leinen, Poul Skytte Christoffersen, Stine Jensen en Pia
Ahrenkilde Hansen een gemeenschappelijk band hebben met Denemarken; als je weet dat het
Deens Cultureel Instituut, European Movement International en de Faculteit voor Vergelijkende
Godsdienstwetenschappen een conferentie rond de Europese identiteit organiseerden in de
Deense Kerk te Brussel; en als je bovendien weet dat de conferentie de Europese identiteit
bekeek In de ogen van Kierkegaard (een op 5 mei 200 jaar geleden geboren Deense filosoof) dan
zou je kunnen concluderen dat Denen trots zijn op hun vaderland. Deze conferentie had echter
helemaal niet de verheerlijking van de Deense natie tot doel maar stelde zich de vraag of de
Europese identiteit bestaat. Alicja Gescinska, filosofe met de Pools-Belgische dubbele
nationaliteit vervolledigde het panel.
In tegenstelling tot wat u misschien denkt is filosofe Stine Jensen geen Nederlandse maar een
Deense. Nationale identiteit is dan ook niet iets dat je met zekerheid van de menselijke
buitenkant kan afleiden. Jensen merkt op dat je ook maar zelden specifiek wordt aangesproken
op je nationale identiteit. Dit viel haar op omdat zij als 'Nederlandse' mediafiguur af en toe
gepolst wordt als Deense (over Mohammed cartoons of Deense crimi's). De Bosnische maar in
Denemarken wonende theoloog Safet Bektovic denkt dan weer na over een islamitische identiteit
binnen Europa; een gevoelig punt. Pia Ahrenkilde Hansen, die sinds 1990 in België woont,
spreekt over de Europese identiteit die volgens haar zowel open als verenigend is voor diverse
identiteiten. De woordvoerster van de Europese Commissie houdt een pleidooi tegen mensen (ze
vernoemde Dalrymple) die menen dat enkel naties een identiteit kunnen verschaffen.
Maar Pia Ahrenkilde Hansen vind wel dat Europa nood heeft aan een goed verhaal,
boegbeelden waar men kan naar opkijken en zelfs 'Europese mythes'. Het is onmiskenbaar
verdedigbaar dat je mensen op de verwezenlijkingen van een project zou wijzen, maar of Europa
zich ook top-down een imago moet construeren, lijkt dan weer geen benadering die uitgaat van
veel vertrouwen in de vrijheid, autonomie en diversiteit van haar ingezetenen. Laat het nu net
Kierkegaard zijn die identiteit ziet als een voortdurend project van zelfrealisatie dat bij
voorkeur niet gestuurd wordt door het externe (instituties, groepen, trends,...) maar door het
innerlijke. Die innerlijke keuze is een keuze in het licht van het universele, in het licht van wat je
zélf waardevol acht. De verantwoordelijkheid voor ons verleden en toekomst is iets dat we zélf
moeten ervaren, als we onszélf willen zijn. Op de conferentie wijst Safet Bektovic er op (en hij
verwijst naar een studie ) dat waarden vrij universeel zijn, zélfs over godsdienst- of landsgrenzen
heen. Bektovic wijst er meermaals op dat we er echter niet in slagen om tot een dialoog te
komen. Dat ziet hij als een groot manco voor Europa. Samen een analyse maken over onze
problemen zou al een hele stap voorwaarts zijn.
Een van de meest invloedrijke werken van Kierkegaard is Vrees en Beven (Fear and Trembling,
of in het Deens Frygt og Bæven). Daarin stelt hij de existentiële angst centraal die Abraham
moet gevoeld hebben om zijn enige zoon Isaak te offeren. Hoewel Abraham moet beseft hebben
dat men hem na het offer als een kindermoordenaar zou aanzien, maakt hij toch de absolute
keuze door gevolg te geven aan het verzoek van God. Dat het goed afloopt voor Abraham en
Isaak is secundair. Waar het Kierkegaard om gaat is dat de keuze die moet gemaakt worden
tegelijk een keuze in het ongewisse én een absoluut bepalende keuze is; dat maakt dat Abraham
zich bevindt in een toestand van 'vrees en beven'. Die keuze is niet te verantwoorden en maakt
een 'sprong in het ongewisse' noodzakelijk.
Een Europa dat zich wil onttrekken aan dogma's moet ook die radicale keuze in het ongewisse
toelaten. Als Europa de universele rechten van de mens propageert, en individuele vrijheid en
autonomie hoog in het vaandel draagt, moet ze de consequenties durven onder ogen zien. Een
Europese identiteit kan geen opgelegde identiteit zijn. Het moet een soort sprong in een
ongewisse gezamenlijke Europese toekomst zijn, en dat kan dus niet anders dan 'in vrees en
beven'. We kennen immers onze van dictaturen en oorlog doorregen herkomst maar niet onze
toekomst. Een bekend citaat van Kierkegaard luidt dat 'Het leven enkel achterwaarts kan
begrepen worden, maar voorwaarts moet geleefd worden'.
Dat kan je als een probleem zien, maar is dat niet net de uitdaging en misschien zelfs de
bestaansreden van het Europees project? De keuze maken om samen met waarden als vrijheid,
gelijkwaardigheid en solidariteit een ongewisse toekomst tegemoet te gaan in het besef dat de
keuzes van vandaag de toekomst bepalen, in het besef ook dat die keuzes absoluut zijn, en
onderdeel zullen worden van onze gezamenlijke toekomst, een toekomst waar we nu door onze
keuze reeds een verantwoordelijkheid voor dragen. Daar ligt de Europese toestand van vrees en
beven. En die toestand, zo merkt Gescinska terecht op, hoeft ons niet te immobiliseren. We
kunnen er ook hoop uit putten. We kunnen ons erin ontvankelijk stellen voor wat ons te doen
staat.
Maar als Europa individuele vrijheid en autonomie belangrijk vindt, dan houdt dat ook in dat ze
de verschillende culturele identiteiten binnen Europa moet waarderen (wat Pia Ahrenkilde
Hansen beaamt en beschouwt als een eigenschap van het Europese project). Iedere cultuur
brengt zijn waarden over met een eigen verhaal, en dat kan bevorderend zijn als het samengaat
met een dialoog. De uitdaging waar Kierkegaards denken ons voor stelt is om als individu niet te
kiezen voor de gemakkelijke uitweg door ons te laten beperken door een opgestempelde identiteit
van om het even welke oorsprong. Kierkegaard zou Europa zeker niet vragen om een nieuw
extra groot verhaal te construeren. De Universele Verklaring voor de Rechten van de Mens kan
wel een ijkpunt zijn. Maar durft iedere Europeaan die enkeling te zijn die zich verantwoordelijk
kan en wil achten voor het Europees verleden én toekomst?
Een noodzakelijke voorwaarde voor de dialoog en het steeds verder lopende proces van
Europese identiteitsvorming is onderwijs en opvoeding. Brengen we het verhaal van universele
waarden nog voldoende? Delen we het nog (ook buiten de schoolpoorten)? Maak die boodschap
maar eens over aan kinderen en naasten. Er ligt een grote kracht in de overheveling van
verhalen, maar Europa heeft al een groot verhaal. Nieuwe verhalen en mythes hoeft het niet te
construeren. Als we trouw willen blijven aan de universele waarden dan dwingt de Europese
identiteit ons, hoopvol of niet, tot een proces in vrees en beven.
Bron: Liberales.be
juni 2013