Wat omvang betreft is de immigratie bovendien vrij fors.
Het vijfjaarlijks gemiddelde van het migratiesaldo als percentage van de bevolking schommelde vanaf
de jaren zestig tussen circa 0,1 procent en 0,4 procent.
Het vijfjaarlijkse gemiddelde van de immigratie als percentage van de bevolking bewoog zich in deze
periode tussen 0,4 en 0,8 procent.
Dat is substantieel te noemen, ook als we het vergelijken met andere landen: het vijfjaarlijkse
gemiddelde van de immigratie als percentage van de bevolking ligt in de periode 1960-2005 in
Nederland tweeënhalf maal hoger dan in de Verenigde Staten."
De Europese visie op de islam in de loop van de geschiedenis.
Je kunt zonder overdrijving zeggen dat de islam tot aan de snelle militaire
neergang ervan in de negentiende en twintigste eeuw de aartsvijand was van de
Europese beschaving. Gedurende het grootste deel van de Europese geschiedenis,
vanaf de 'duistere middeleeuwen,' was deze religie een dodelijke dreiging
geweest.
In de periode van de zevende tot de negende eeuw veroverde de gemilitariseerde
islam de helft van het uiteengevallen Romeinse Rijk.
'Hij[de islam] had ons bijna vernietigd; schreef Hailaire Belloc in 1938.
In die tijd meende Belloc dat het gevaarlijk was voor de westerlingen.
'de islam helemaal vergeten zijn. Ze zijn er nooit mee in contact gekomen. Ze gaan er voetstootsvan
uit dat deze religie in verval is geraakt en dat het hoe dan ook alleen maar een vreemde religie is,
waar ze zich niet mee bezig hoeven te houden. In werkelijkheid was het de geduchtste en hardnekkigste
vijand die onze beschaving heeft gekend, een vijand die in de toekomst ieder moment een even grote
dreiging kan gaan vormen als hij in het verleden is geweest.[..] Het heeft
mij altijd mogelijk en zelfs waarschijnlijk geleken dat er een wederopstanding van de islam zou
plaats vinden en dat onze zonen of onze kleinzonen getuige zouden zijn van een herhaling van die
ontzagwekkende strijd tussen de christelijke cultuur en wat meer dan duizend jaren haar grootste
tegenstander was.'
Bellocs taalgebruik was bot, zelfs voor die tijd.
Hij betitelde de westerse cultuur als 'blanke beschaving'.
Hij was een bijzonder vurige verdediger van de kruistochten, die hij 'de
superieure poging om die [ islamitische] druk op het christelijke Westen te
verlichten' noemde.
Maar in het algemeen waren zijn ideeën over de islam alleen maar die van de
meeste Europeanen in de meest historische periodes.
Volgens de Frans historicus Henri Pirenne waren het de islamitische
veroveringen, die Europa gecreëerd hadden - in ieder geval het Europa zoals het
bestond vanaf het eind van het Romeinse Rijk.
In tegenstelling tot de invasie van Rome door Germaanse Barbaren in de eerste
eeuwen na Christus, die gemakkelijk werden opgevangen door bestaande
instituties, veranderde de islamitische invasie alles.
De opmars van de islam brak de oude wereld in stukken omdat de eenheid van het
Middellandse Zeegebied erdoor werd verbroken..
De Europeanen, die afgesneden waren van het christelijke machtscentrum (en de
keizerlijke vloot) in Constantinopel, gaven de Middellandse Zee prijs aan
islamitische oorlogsvloten en Saraceense piraten. 'Het Westen zit ingesloten en is
genoodzaakt zichzelf te bedruipen, in een vacuüm,' schreef Pirenne.
'Voor het eerst in de geschiedenis wordt de spil van historisch leven
teruggedrongen van de Middellandse Zee naar het noorden. Het hart van Europa
verschoof van zijn zuidelijke kustgebied naar een plek ergens tussen de Seine en
de Rijn.'
'Op de kusten van de Mare Nostrum,'schreef Pirenne, 'liggen nu twee
verschillende en elkaar vijandig gezinde beschavingen'.
Er zijn altijd Europese uitzonderingen geweest op het overheersende wantrouwen
jegens de islam.
Goethe en Carlyle, beiden bewonderaars van de moslimsbeschaving, waren
geneigd haat verworvenheden te benadrukken.
Deze manier van denken, die de visie van een minderheid was in voorbije
generaties, is in onze tijd de visie van de meerderheid geworden.
Tegenwoordig kom je vaak de suggestie tegen dat Europa juist dankbaar dient te
zijn voor het vijandige optreden van de islam in het verleden.
Bassam Tibi, de meest tendentieuze lezer van Pirenne van de huidige generatie,
schrijft: "Dat wil zeggen dat het christelijke Westen van Karel de Grote zonder
uitdaging van de islam nooit zou hebben bestaan.
Daarmee bedoelt Pirenne het volgende: beide machtsblokken - Europa als
Avondland en de islam als beschaving- zijn in het verleden gezamenlijk ontstaan
en vormen een uitdaging voor elkaar."
Dit zal niet de laatste keer zijn dat we het woord 'uitdaging 'gebruikt zien worden
in de betekenis van problemen, hoewel de eufemismen variëren.
De antropoloog Jack Goody van de universiteit van Cambridge, bijvoorbeeld, ziet
de eeuwen van vijandelijkheden minder als een reeks veldslagen dan als een
reeks' ontmoetingen '.
Hij is niet alleen geïnteresseerd in de veroveringstochten en het bloedvergieten,
maar vooral ook in de invloed van moslims op de Europese farmacologie en de
poëzie van troubadours, en in de wijze waarop moslims zich in de duistere
middeleeuwen hebben ontfermd over vele filosofische werken uit de Grieks
oudheid..
Dit waren inderdaad concrete prestaties van de moslims, die steeds beter worden
gedocumenteerd. Maar tot en met de huidige generatie was en is de islamitische
beschaving in de ogen van Europeanen niets iets bijzonder indrukwekkends.
Kenmerkend was wat de Franse veelzijdige geleerde Ernest Renan in 1883
schreef:
"De liberalen die de islam verdedigen, kennen de islam niet. De islam is de naadloze eenheid van het
geestelijke en het tijdelijke, het is de heerschappij van een dogma, het is het zwaarste keten die de
mensheid ooit heeft getorst. Nogmaals, in de vroege middeleeuwen tolereerde de islam de filosofie,
omdat hij deze niet kon tegenhouden, want de islam was toen nog ongeorganiseerd en onvoldoende
toegerust voor uitoefening van terreur. Maar zodra de islam een menigte van vurige gelovigen tot zijn
beschikking had, vernietigde hij alles. Religieuze terreur en hypocrisie waren aan de orde van de dag .
De islam was liberaal als hij zwak was, en gewelddadig wanneer hij sterk was. Laten we deze religie
daarom geen erkenning geven voor wat ze alleen maar niet heeft kunnen onderdrukken."
Renan en Belloc klaagden allebei over de zelfingenomenheid van hun
tijdgenoten.
Dat is niet nieuws.
Maar geen van beiden leefde in een tijd van massale moslimimmigratie.
Toekomstige generaties zullen zich beslist verbaasd afvragen waarom de
Europeanen zich niet meer zorgen maakten over de godsdienst van de
gastarbeiders, die in de jaren vijftig en zestig uit Zuid - Azië, Noord Afrika en
Turkije begonnen te komen.
Waarom omhelsden de Europeanen tussen de Tweede Wereldoorlog en 11
september 2001 blijkbaar unaniem de tolerante ( of naïef optimistische) visie op
de islam van Tibi en Goody en niet de intolerantie visie van Belloc en Renan?
Een deel van het antwoord is, dat de Europese massa's inderdaad de opvatting
van Europese opiniemakers gingen accepteren.
De wonden van racisme en fascisme lagen nog altijd open en wijdverbreide
twijfels over de islam werden gemakkelijk onderdrukt door de officiële doctrine
en de intellectuele mode. Enkele decennia lang hadden Europeanen het idee dat
ze meer te vrezen hadden van een autochtoon, seculier fanatisme dan van een
allochtoon, religieus fanatisme.
Bovendien zagen ze de Koude Oorlog, waarin politieke conflicten doorgaans
draaiden om de economische en materialistische ideologieën van het industriële
tijdperk, ten onrechte aan voor een permanente stand van zaken.
Deze misvatting hoeft Amerikanen niet te verbazen. In de jaren zeventig kwam in
ieder geval niemand in de Verenigde Staten op het idee, dat het importeren van
landarbeiders uit Mexico het traditionele rooms- katholicisme in de kaart zou
spelen ( wat best had gekund, gezien de politieke strijd die gevoerd werd door
feminisme, geliberaliseerde abortusrechten en transformatie van andere
traditionele levenswijzen, in de jaren waarin de immigratie haar hoogtepunt
bereikte).
Het was gewoon zo dat niemand in die tijd religie op het lijstje van politieke
zorgen had staan. Religie kwam zelfs amper voor op iemands lijstje van
identiteiten.
Dat immigranten in Amerika zich beter wisten aan te passen aan de
meerderheidsstructuur dan immigranten in Europa wordt door Amerikanen vaak
aangehaald als bewijs voor ofwel een superieure economie of een superieure
tolerantie.
Misschien is dat zo, maar het heeft er ook mee te maken dat Amerika zijn
handarbeiders uit het katholieke Latijns-Amerika betrok, terwijl Europa het gros
van zijn laaggekwalificeerde arbeidskrachten uit het islamitische Middellandse
Zeegebied haalde.
Het falen van Europa en het succes van Amerika vloeien deels voort uit een
aardrijkskundige toevalligheid.
Ze vloeien ook voort uit historische toevalligheden.
In de jaren vijftig was het Arabische nationalisme, van het soort dat gepraktiseerd
werd door Gamal Abdel Nasser in Egypte en tot de Ba'ath partij behorende leiders
van Syrië en Irak, de belangrijkste politieke kracht die zich in de moslimwereld
manifesteerde.
Dit nationalisme dreef voornamelijk op mensen die de wurggreep van de theologie
op moslimsamenlevingen wilde doorbreken.
Ook al was het Arabische nationalisme een dreigend gevaar, er was weinig kans
dat een jongeman die op het punt stond zijn land te verlaten teneinde in de fabriek
in België te gaan werken, daar de personificatie van was.
Je kon er van uitgaan dat de Arabische en andere islamitische nieuwkomers in
Europa de meest seculiere en moderne van hun landgenoten waren, met een
missie om zich te gedragen als Europeanen. En inderdaad zie je op foto 's van
groepen Marokkanen en Turken, die zojuist in de havens van Rotterdam of op een
treinstation in het Rijnland gearriveerd zijn, gladgeschoren mannen in keurige
colberts, met stropdas. .http://archief2008.geweta.com/Kwartiermakers.html
Maar precies rond de tijd dat immigranten massaal in Europa begonnen te
arriveren, kwam het tot een heropleving van de politieke islam.
Die is nu in volle gang.
De islam staat nu opnieuw hoog op de lijst van problemen, die Europeanen de
meeste zorgen baren.
In 2004 vroeg het Franse nationaal adviesorgaan voor de mensenrechten, de
CNCDH ( Commission Nationale Consultative des Droits de l'Homme) hoe
mensen in het algemeen over wereldgodsdiensten dachten.
Meer dan de helft van ondervraagden ( 52 %) had een 'positief' beeld van het
christendom, tegen 13 procent die er 'negatief ' tegenover stond.
Europeanen stonden voor 30 procent positief en voor 20 procent negatief
tegenover het Jodendom.
Wat de islam betreft was 23 procent positief en 66 procent negatief gestemd.
In een Duitse opiniepeiling uit 2007 werd gevraagd: "Als u het woord 'islam'
hoort, waar moet u dan aan denken?"
Van de ondervraagden antwoordde 93 procent 'radicalisme '.
De eerste Europese generaties in 1300 jaar die de islam niet alleen als dreigend
gevaar zagen bleken de laatste te zijn.
Bronnen: Kennis, Macht en Moraal van Jan H. van Beek en De Europese Revolutie van Christopher Caldwell.
Redactie:
Vooral bij Christopher Caldwell komt duidelijk naar voren dat hij graag politiek
correct wil blijven. Dat verkoopt beter.
Dat de immigranten in pak en das de kwartiermakers waren voor de
daaropvolgende massa-immigratie, wil hij niet benoemen.
Het kan ook zijn dat ook hij, net als vele andere politieke schrijvers, onderzoekers
en historici, de waarheid gewoon niet wil zien.
De Nederlandse historicus[..] Maarten van Rossum is het sprekende voorbeeld van
een politiek correct (dus onbetrouwbaar) historicus, die ziet, hoort en zwijgt over
de waarheid De informatie betreffende immigratie, die Jan van Beek in zijn boek
bekendmaakt, zou vele mensen bang moeten maken. Betreffende de immigratie op
economisch gebied is in Nederland weinig of niets bekendgemaakt.
Ook de overheid, die deze massa-immigratie van kansarme islamieten op zijn
naam heeft staan ( de PvdA) houdt zich van de domme als het gaat om cijfers over
de immigratie.
De normale houding tegenover de kiezer van de PvdA wordt ook hier
tentoongesteld: "Het stemvee moet betalen, stemmen en verder 'kop dicht'.
Dag.
September 2010.