NAAR EEN ETHIEK ZONDER GOD
De hypothese die ik in mijn boek Atheïsme als basis voor de moraal verdedig, is dat het tijd
wordt om de ethiek definitief te ontdoen van allerlei religieuze denkbeelden, een proces dat
Kant en Bentham in gang hebben gezet. Dat lijkt me om vijf redenen noodzakelijk. In de eerste
plaats omwille van de groeiende interdependentie tussen mensen uit de hele wereld. De
globalisering en vooral de toenemende migratiegolven hebben ervoor gezorgd dat zeker de
westerse wereld steeds meer multicultureel en multireligieus is geworden met alle conflicten
van dien. In de tweede plaats omdat politici en hun partijen er steeds harder voor pleiten om de
religieuze identiteit van een bepaald land of regio te benadrukken, desnoods ten koste van de
rechten van andersdenkenden. Denk maar aan de manier waarop de Egyptische president
Mohamed Morsi en de Moslimbroederschap het land steeds meer islamiseren. En in Hongarije
werd in 2012 een verwijzing naar God en het christendom opgenomen in de grondwet.
In de derde plaats omdat religies in het algemeen en hun orthodoxe varianten in het bijzonder
wereldwijd bezig zijn aan een heuse revival. Tot de eeuwwisseling dachten we dat de
secularisering zich onweerstaanbaar doorzette in alle geledingen van de samenleving. Maar
vandaag zien we hoe grote groepen mensen teruggrijpen naar een letterlijke interpretatie van
de zogenaamde 'heilige' teksten en opnieuw erop aandringen om religieuze regels op te nemen
in het rechtssysteem. Zo eisen heel wat moslims de invoering van de sharia, en nationale
christenen in de VS en orthodoxe joden in Israël de implementatie van Bijbelse bepalingen in
hun nationale wetgeving. Ten vierde is er de toename van geweld door orthodoxe gelovigen die
het als hun plicht beschouwen om andersdenkenden, andersgelovigen en ongelovigen met alle
mogelijke middelen te bestrijden. Denk aan de terreuraanslagen en de moorden in naam van
God of Allah. Tenslotte blijkt dat oecumenes en andere vormen van interreligieuze dialoog
geen zoden aan de dijk brengen. Elke godsdienst claimt de waarheid te kennen wat automatisch
zorgt voor een vorm van exclusivisme.
Om al die redenen moeten we de ethiek losmaken van religie en pleit ik voor atheïsme als basis
voor de moraal. Dat betekent niet dat ik mij keer tegen mensen die een bepaalde religie
aanhangen. Elke mens gelooft wat hij of zij wil, maar niemand mag zijn of haar geloof
opdringen aan een ander. Ik heb dus geen probleem met mensen die bovennatuurlijke zaken
aanbidden, maar in het publieke domein is het nodig om te vertrekken van de stelling dat er
geen God bestaat. Atheïsme als basis voor de moraal vertrekt van een gedachtenexperiment.
Stel dat u niet weet of u vandaag christen, moslim, jood, hindoe, atheïst of wat dan ook bent.
Stel ook dat u niet weet of u een man, vrouw, kind of oudere bent. Welke wetgeving zou u dan
willen? Wat zou u dan willen verwachten van de mensen en de gemeenschap waarin u leeft?
Hoe zou u dan willen dat conflicten tussen personen die er diverse religieuze meningen op
nahouden worden aangepakt?
De enige oplossing is om van alle mensen te vragen om in de publieke ruimte hun religieuze
denkbeelden opzij te schuiven en op basis van rationele elementen regels te aanvaarden die het
voor u en voor al uw medemensen mogelijk maken om vrij te zijn. Pleiten voor atheïsme als
basis voor de moraal betekent dus niet dat mensen atheïstisch moeten worden, wel dat ze in hun
omgang met anderen, hun persoonlijke overtuigingen niet mogen opdringen. Het opzijschuiven
van de eigen religieuze overtuigingen is natuurlijk niet zo eenvoudig. Elke gelovige heeft een
bepaald referentiekader dat houvast geeft. En wie opgevoed is binnen een bepaald geloof kan
zich misschien moeilijk een ander moreel referentiekader inbeelden. Maar toch zijn er regels
die we vandaag al met zijn allen aanvaarden ongeacht ons geloof of gebrek aan geloof.
Zo moorden, stelen en bedriegen we niet - niet omdat God dit vraagt - maar omdat dit
maatschappelijk wordt afgekeurd en bestraft. Zo zijn er tal van regels die zowel gelovigen als
ongelovigen volgen omdat ze het samenleven mogelijk maken. Dat er toch mensen zijn die dit
doorbreken en teruggrijpen naar wat er letterlijk in de 'heilige' teksten staat, is een
verontrustende ontwikkeling die we best zo snel mogelijk indammen teneinde meer geweld te
voorkomen. Dat kan voor gelovigen problematisch overkomen omdat ze zo vertrouwd zijn met
een reeks religieuze bepalingen die hen binnen hun eigen geloofsgemeenschap houvast en
zekerheid verschaffen. Maar ook zij moeten beseffen dat we in een steeds meer multireligieuze
samenleving leven en dat ze moeten overeenkomen met mensen met andere geloofsopvattingen.
Juist daarom heb ik in mijn boek 'Tien Seculiere Geboden' opgenomen voor mensen die nood
hebben aan een moreel richtsnoer dat losstaat van hun eigen metafysische denkbeelden.
Atheïsme als basis voor de moraal betekent dat het mogelijk is om tot morele regels te komen
die losstaan van religies. Daarvoor is het echter nodig om aan te tonen dat ethische
opvattingen mogelijk zijn zonder dat ze een religieuze basis hebben. God is niet de basis voor
onze moraal. Sterker nog, God is in heel wat gevallen een belemmering voor mensen om het
goede te doen. Vandaar mijn boek.
De auteur publiceerde onlangs het boek 'Atheïsme als basis voor de moraal'. Het boek wordt op
zaterdag 9 november om 13 uur voorgesteld op de Boekenbeurs te Antwerpen.
Dirk Verhofstadt
Weer een van de oude koeien, die uit de sloot is gehaald.
Wie het kan opbrengen om de tien geboden te lezen- en dat is toch zuivere religie-
zal bemerken, dat die leefregels niets anders zijn dan leefregels voor sociale mensen. Vanzelfsprekend hebben de
religieuzen de 10 geboden sterk in hun greep.
Het zijn -volgens religieuzen- de leefregels van God.
God was dan ten tijde van Mozes zijn tijd al ver vooruit.
Ik zie in al die artikelen over de religies steeds weer een vorm van islamisering terug.
Sedert 1925 hebben de christenen zich al niet meer openlijk antisemitisch uitgelaten.
Niet openlijk.
Wie o.a. de brief leest, die Klink aan Verhagen schreef tijdens de formatie van Rutte 1,
leest dat Klink de islamisering hoog in zijn vaandel heeft.
Dat was ook de reden dat hij niet met Wilders door een deur wilde.
Wilders is namelijk een vele tegenstanders van de islam.
Ook in het artikel van Dirk Verhofstadt komt een zekere vorm van islamisering tevoorschijn. Ik ben van mening dat
al die anti-religie artikelen worden geschreven vanuit een zekere vorm van angst voor de islam.
Deze, de islam, dreigt niet alleen met geweld maar brengt het ook nogal vaak in de praktijk. De huidige westerse
bevolking is oorlogsmoe, al lijkt hun houding eigenlijk eerder in toenemende mate op angst voor de islam neer te
komen, zonder dat men die rechtstreeks noemt.
Indien we werkelijk iets aan de invloed van religie op de ethiek willen veranderen, zullen we moeten beginnen met
de islam aan banden te leggen, net als in Egypte begint te gebeuren.. Niemand heeft de moed het te zeggen, maar
door het gewelddadige karakter van de islam komen alle religies in het nauw- en wel door de atheïsten in
sámenwerking met de islam.
Een voorbeeld daarvan was het voorstel om het religieus slachten te verbieden.
De Joden waren verontwaardigd, maar de islamieten zeiden openlijk: dan gaan wij gewoon door met religieus
slachten - en niemand gaf een tegenwoord.
Dat tot aan 1925 de Christenen meer dan 7 miljoen Joden hebben vermoord wil niet zeggen dat zij dat nog steeds
willen.
Ik hoor zelden van een christen dat iemand die van zijn geloof af wil, maar vermoord moet worden.
Dat is een van de vele verschillen tussen het christendom en de islam.
Dag.
december 2013