"In de geschiedenis van bijna elk land zijn er momenten aan te wijzen, waarop het
als natie faalde, soms tot op het misdadige af en soms zelfs erger.
" Michel Foucault: disciplinering. Volgens de Franse filosoof Michel Foucault is
het panopticum van Bentham een disciplineermachine en een laboratorium van
kennis en macht. Het panopticum heeft een disciplinerende werking. De opzichter
of toezichthouder observeert, bespioneert, corrigeert en doceert zonder dat hem of
haar een strobreed in de weg wordt gelegd. Foucault houdt in zijn beschrijving
van het panoptische model niet vast aan het concrete, hierboven beschreven
panopticum. Hij benadrukt hoe in de loop der eeuwen, vanaf de Middeleeuwen tot
de negentiende eeuw, de soort of het type macht ingrijpend is veranderd. In de
Middeleeuwen was sprake van soevereine, fysieke macht. Dat type macht werd
belichaamd in een persoon: de koning, de keizer, de landheer. Deze persoon had
het voor het zeggen. Als hij of zij overleed, dan belandde de samenleving in een
machtsvacuüm. Dit type macht is vanaf het begin van de negentiende eeuw meer
en meer verdrongen door een anonieme, niet aan een persoon gebonden macht.
Macht is steeds minder lokaliseerbaar geworden. Innerlijke dwang, zelfdiscipline,
zelfbeheersing heeft in toenemende mate de plaats overgenomen van uiterlijke
dwang. Tot ongeveer de helft van de negentiende eeuw waren dood- en lijfstraffen
in Europa zeer gebruikelijk. Door uiterlijke dwang moesten afwijkende ertoe
gebracht worden om te gehoorzamen aan de macht. Stokslagen, zweepslagen,
pijnbanken, duimschroeven, koudwaterbaden, de hele straf was gericht op het
lichaam. Daarna schakelde men over op verfijndere machtsuitoefening: controle
over de geest. De machthebbers gingen werken aan de vorming van zelfdwang bij
het gewone volk. Men ging de wil kneden en knechten. Het panopticum was
hierbij een uitstekend middel. Als geïsoleerd opgesloten personen beseffen, dat ze
worden gecontroleerd door een onzichtbare toezichthouder, dan zullen zij snel
geneigd zijn zich koest te houden, zich aan te passen, zich voorbeeldig te gaan
gedragen. Je weet immers nooit zeker of je nu wel of niet wordt bekeken en
herkend. In de meeste gevallen verander je dan je afwijkende gedrag, totdat het
door de controleur normaal genoeg wordt bevonden. En dit voortaan normale
gedrag wordt een gewoonte. Disciplinering speculeert op deze voortdurende
zelfdwang tot aanpassing en normalisering. De machthebbers in de negentiende
eeuw begrepen heel goed dat disciplinering van het gewone volk een dringende
noodzaak was. Er bestond zo rond 1800 bij de sterker wordende klasse van
kapitalisten, de bourgeoisie, een grote behoefte aan arbeidskrachten. Het gewone
volk moest klaargestoomd worden om te gaan werken in voorheen onbekende
grote fabrieken met massaproductie. Daar heerste een ijzeren tucht en waren
lange werkdagen van 10 tot 14 uur regelmaat. De oude gevangenissen,
tuchthuizen met gemeenschappelijke opsluiting, waren in de ogen van de
machthebbers ongeschikt om de toekomstige fabrieksarbeider te kunnen
disciplineren. De gevangenen leefden in die gevangenissen dicht op elkaar,
stookten elkaar op, hadden homoseksuele contacten en brachten elkaar nog meer
op het verkeerde( criminele) pad. Dat beviel de machthebbers uiteraard niet. Het
panoptische model bood volop mogelijkheden om mensen te disciplineren. In het
geval van het panopticum is de macht nog lokaliseerbaar: de opzichter in de
toren. Maar in de loop van de negentiende en twintigste eeuw werd de controleur
steeds anoniemer en onpersoonlijker. Foucault noemt dat anonimisering van de
macht. De mogelijkheden tot beheersing van de massa namen toe, omdat het
panoptisch model zich langzamerhand uitbreidde tot ver buiten het concrete
panopticum, de gevangenis. Het panoptisch model bestond voortaan niet meer
alleen in instituties als gevangenissen en fabrieken, maar ging ook andere delen
van de samenleving bestrijken. Denk hierbij aan het privéleven en het leven in
openbare ruimten en op straat. Het panoptisch model en de disciplinering zijn
onlosmakelijk met elkaar verbonden. Het panoptisch model is de vorm, de
discipline ( en het gedisciplineerde individu) is de inhoud. Het model gaat in de
hoofden van de mensen een eigen leven leiden. ( "Ik wordt in de gaten gehouden
zonder dat ik het zelf in de gaten heb, dus laat ik maar oppassen, braaf zijn,
normaal doen.") Foucault stelt dat de macht van de disciplinering de
mogelijkheden van de wet overschrijdt. De wet kan pas ná afwijkend,
normovertredend gedrag toegepast worden. De disciplinering daarentegen heeft
tot gevolg dat individuen zonder bestraffing, dus vóór overtreding van de norm,
gehoorzaam worden of blijven aan de wet. Niet de wet zorgt voor handhaving van
orde en discipline, maar de disciplinering zorgt voor handhaving van de wet. De
verschuiving van macht over het lichaam ( uiterlijke dwang ) naar macht over de
geest( innerlijke dwang) heeft het mogelijk gemaakt ook individuen buiten de
gevangenis( "vrije burgers ") op te nemen in een netwerk van onzichtbare,
ongrijpbare macht. De macht van de zichtbaarheid is geïntensiveerd. Iedereen
moet en kan gezien en gekend worden, in alle hoeken en gaten van de
samenleving. Er is vanaf de tweede helft van de negentiende eeuw in de Westerse
wereld een fijnmazig net van disciplinering gesponnen. Het individu wordt in zijn
bewegingsvrijheid beperkt door een keurslijf van geïnternaliseerde normering en
verplichtingen, met zijn naasten als toezichthouders. Het overal doordringende
panoptische model heeft geen defensief karakter, maar een preventief vermogen
om 'goed' gedrag af te dwingen. Disciplinering is als het ware een onderstroom
van macht in de hele samenleving.
Bronnen: Annegriet Wietsme: Strijd om de straat en Twee eeuwen gevangen van Herman Franke.
"Menen struikelen nu en dan over de waarheid, maar de meesten krabbelen
haastig overeid en lopen snel door alsof er niets was gebeurd.
Augustus 2010