Als het aan Rob Riemen, directeur van het Nexus Instituut, ligt, moet de Europese humanistische traditie gerevitaliseerd worden. Nihilisme, marktdenken en een geperverteerde vorm van liberalisme hebben echter de overhand en het contrast tussen de moderne westerse samenleving en dat wat Riemen de Adel van de Geest noemt, is enorm, zo lijkt het. De vraag is waarom we zo ver afgedwaald zijn van het humanisme en wat er gedaan moet worden om de tot pessimisme stemmende ontwikkelingen tegen te gaan. Volgens Riemen is er in ieder geval veel gewonnen als men weer dissident - esthetiek als verzet, schoonheid als opstand? - durft te zijn in een samenleving die gekarakteriseerd wordt door eenstemmigheid.
Zou u uzelf omschrijven als een optimist of een pessimist, en in hoeverre heeft die houding invloed op de kritiek die u levert op de moderne samenleving?
Rob Riemen: Ik beschouw mezelf als een optimist. Ik vind dat er een morele verplichting is om optimistisch te zijn. Ik geloof niet in historische wetmatigheden. Er is geen wetmatigheid van vooruitgang, noch van negatie. Voor mij is het echter van essentieel belang dat we permanent het geloof behouden dat, hoe kritisch we ook zijn, zaken voor verbetering vatbaar zijn. Als ik die overtuiging, dat optimisme, niet had, dan zou ik onmiddellijk stoppen met het Nexus Instituut en me afvragen of ik überhaupt nog boeken zou moeten schrijven. Cultuurkritiek berust voor mij volledig op een optimistische motivatie. In pessimisme zie ik niets. Dat leidt nergens toe. Cultuurpessimisme is gebaseerd op de misvatting dat je een heilig geloof moet hebben in vooruitgang dan wel de teloorgang der dingen. Het is niet zo dat als je op zaken wijst die er niet goed voorstaan, je direct een cultuurpessimist bent. Dat is onzin. Degenen die de term cultuurpessimisme hanteren, geloven te sterk in wetmatigheden, een overtuiging die ze delen met vooruitgangsdenkers.
Conservatieve cultuurcritici spreken vaak van 'herstel' ('restoration').
Hebben we ooit een eeuw gekend waarin alles beter was en is er in die zin sprake van een bepaalde negatie?
Rob Riemen: Ik geloof daar niet in. Ik denk wel, met Nadjezjda Mandelstam, dat cultuur niet zonder een bepaalde vorm van conservatisme kan. In dat opzicht deel ik de kritiek van bijvoorbeeld Theodore Dalrymple en Roger Scruton en hun 'herstel-terminologie'. Maar conservatieven laten altijd het politieke buiten hun verhaal en gaan niet in op sociale rechtvaardigheid en gelijkheid. Een romantische verheerlijking van het verleden is weinig waard zonder een politieke dimensie.
Met dit optimisme als uitgangspunt: hoe zou u de moderne westerse samenleving omschrijven?
Rob Riemen: Ik denk dat dat een samenleving is die te lijden heeft onder een ernstige beschavingscrisis, die eigenlijk terug te voeren is op Nietzsche. Nietzsche is de eerste die gezegd heeft dat Europa tweehonderd jaar nihilisme te wachten stond. En we zijn pas honderd jaar verder. Wat is nihilisme? Op de waarom-vraag komt geen antwoord, de hoogste waarden hebben geen waarde meer. Dit brengt een cultuur van surrogaten en kitsch voort, die deze waarden moeten opvangen, of beter, vervangen. Wetenschap is zo'n surrogaat, maar ook de politiek. Het pijnlijke is dat, of je nou de cultuurkritiek leest van Baudelaire, Hermann Broch of Ortega y Gasset, er weinig is veranderd. Zelfs de cultuurkritiek van Socrates is nog steeds relevant. Dat duidt er primair op dat alles van waarde in de huidige westerse samenleving permanent weerloos is, zoals Lucebert het zo mooi verwoordde.
Is dat het belangrijkste kenmerk van de moderne samenleving, dat niets meer bescherming krijgt?
Rob Riemen: Het anker onder onze samenleving is weggeslagen. De ankerloze samenleving wordt geconfronteerd met permanent onbehagen dat politiek geëxploiteerd wordt en commercieel uitgebuit. Je ziet een culminatie van crisisverschijnselen opdoemen, of dat nou de klimaatcrisis is of de financiële crisis. Een generatie geleden was men ervan overtuigd dat de ellende uit het verleden nooit meer zou kunnen terugkeren. Dat bleek een illusie.
Waar verwijst dat 'anker onder de samenleving' naar?
Rob Riemen: Wat mij betreft is dat het Europees humanisme. Het credo van deze stroming is in één zin samengevat 'de adel van de geest'. Dit principe stoelt niet op status, geld, familie of wat dan ook. Het gaat om het vermogen om in waarheid te leven, het vermogen om recht te doen en om schoonheid te scheppen. Dat is de drie-eenheid van het Europees humanisme. Iedereen heeft de mogelijkheid om deze waardigheid te bereiken. Dat betekent dat er transcendentale waarden zijn. Dat zijn waarden die een uitdrukking vormen van het ideaal van mens-zijn. Humanisten zeggen: 'je moet zijn wie je moet worden', en stellen dat tegenover Nietzsches uitspraak dat je moet zijn wie je bent. Dat humanistische ideaal begint met zelfonderzoek, met voortdurend jezelf aan kritische vragen onderwerpen op basis van bepaalde universele, menselijke waarden. Op het moment dat we die loslaten, is het ''anker'' verdwenen en gaan de deuren wijd open voor ideologieën die alleen maar voor verdeeldheid zorgen. Het anker doelt dus op de eenheid van het mens-zijn, dat zo'n krachtige uitdrukking vindt in het Europees humanisme
Ligt het humanistische ideaal voor iedereen binnen handbereik?
Rob Riemen: Thomas Mann legt voortduren uit dat het wezen van de menselijke natuur is dat wij een dubbele natuur hebben. Enerzijds zijn we als beesten, hebben we instincten, behoeftes en begeerten. Maar de mens beschikt ook over een geest, waardoor wij ons bewust zijn van wat vrede, waarheid, liefde en gerechtigheid betekenen. We kunnen ons het humanistische ideaal eigen maken, al is dat wel een proces van vallen en opstaan. Op het moment dat de menselijke waardigheid ondermijnd en gereduceerd wordt, of dat nou gebeurt door toedoen van de wetenschap, het kapitalisme, een andere ideologie of religieus fundamentalisme, dan is het hek van de dam.
Welke rol spelen intellectuelen wat het behouden van de bovengenoemde waarden betreft?
Rob Riemen: Er zijn tal van intellectuelen, zoals Brodsky, Havel, Kolakowski, Steiner, Sellars, die hun verantwoordelijkheid hebben genomen of dat nog doen, maar ik zou het breder willen trekken. Mijn stelling is dat de heersende elites op alle niveaus, van de politiek tot de wereld van de media en het grote geld, over het algemeen hun verantwoordelijkheid niet nemen. Ze doen allemaal mee met het overeind houden van een paradigma, een systeem. Marx heeft gelijk gekregen: we hebben een samenleving gecreëerd waarin het primair gaat om geld, dat geen middel is, maar een doel. Kijk naar wat we met het onderwijs aan het doen zijn. We hebben alles gericht op wat goed is voor de staat en de economie. Immanuel Kant zou op geen enkele universiteit worden aangenomen, omdat hij te weinig publiceerde. Wij leven in een maatschappij waarin geestelijke vorming, het cultiveren van de menselijke ziel, afwezig is. De media hebben een bijzondere verantwoordelijkheid maar nemen die niet. Wat wordt het eerste geschrapt in de krant? De cultuur- en boekenpagina's. De media hebben ook bijgedragen aan de trivialisering van het publieke debat.
Is het eerder een collectief falen?
Rob Riemen: Het is een collectief falen omdat we ons allemaal collectief aanpassen. Als je werkelijk inzicht in de waarheid wil krijgen, moet je alle geluiden laten horen. Dissidente geluiden ontbreken volledig. De echte ontwikkelingen hebben buiten de gevestigde orde plaats. In die zin falen we collectief.
Wat moet er veranderen?
Rob Riemen: Er is veel gewonnen als iedereen, en zeker de elites, zijn verantwoordelijkheid neemt. Stel je een situatie voor waarin een docent zegt: 'ik ga nu alleen maar goed les geven', dat uitgevers alleen maar goede boeken gaan uitgeven en dat universiteiten ophouden met dat gezeur over studiepunten. Men moet weer dissident durven te zijn. Feit is dat de huidige elites niets gaan oplossen omdat zij simpelweg onderdeel zijn van de crisis. Ze zitten gevangen in het paradigma dat er geen transcendentale waarden zijn, en dat alles met een materialistisch of utilistisch uitgangspunt benaderd dient te worden.

Interview door Daniel Boomsma
Bron: Liberales.be

februari 2013