DE HEILIGE KOE DIE ECONOMIE HEET
Met een mengsel van ongeloof en ergernis zien de Europese burgers dat zij die de crisis aanwakkerden door wat in oude Griekse tragedies hybris heet, verblindende eigenwaan die fataal naar de ondergang leidt, dat bij uitstek díé mensen nu de hoogste ambten bekleden. Mario Draghi was enige jaren vicepresident bij Goldman Sachs voor Europa. Nu is hij de baas van de Europese Centrale Bank. Goldman Sachs, dat waren toch de gasten die destijds de Griekse politici hielpen de nationale rekeningen te vervalsen zodat hun land kon toetreden tot de euro? Italiës financiën naar de kelder? Dan zetten we toch even de democratie tussen haakjes en we ploffen Mario Monti neer op de stoel van de presidente del consiglio. Monti heeft voor Goldman Sachs gewerkt als internationaal adviseur.
Griekenland? Petros Christodoulou beheerde tussen 2010 en 2012 de Griekse staatsschuld en heeft sinds juni een topfunctie in de Griekse Nationale Bank. Hij was ooit trader bij Goldman Sachs. Het hoeft niet altijd Goldman Sachs te zijn. De Spaanse minister van Economische Zaken Luis de Guindos werkte tussen 2004 en 2008 bij Lehman Brothers. Het Nederlands heeft daar een paar krachtige spreekwoorden voor. Wie bij de hond slaapt, heeft zijn luizen. Als de vos de passie preekt, boer pas op je ganzen.
Titanische vergoedingen
Intussen blijven bankiers en speculanten hun titanische vergoedingen de normaalste zaak ter wereld vinden. Ja, ik moet het hier hebben over de bonussen. En ja, telkens als ik daarover begin, hoor ik mensen zuchten: man, doe toch niet zo populistisch. Die mensen vergissen zich. De bonussen zijn én economisch én moreel verwerpelijk. Dat heeft niets met modieus populisme te maken. In de dertiende eeuw al had Dante Alighieri het over 'la ceca cupidigia', de blinde hebzucht. Ik ken het argument waarmee bonussen worden verdedigd. Als je de beste mensen wilt hebben, moet je ze naar behoren betalen. Of, zoals ze het in Amerika zeggen: If you pay peanuts, you get monkeys. Maar wat is naar behoren betalen? De kernfysici bijvoorbeeld, die het bestaan van het Higgs-deeltje hebben vermoed, voorspeld en daarna ook nog eens ontdekt, hebben zowat de beste hersens in hun hoofd die in ons zonnestelsel te vinden zijn, nietwaar. Mensen als Higgs of Englert hebben hun leven lang een mooi professorensalaris verdiend.
Dat fraaie salaris is zakgeld in vergelijking met wat bijvoorbeeld de heren krijgen die de Fortis-bank naar de verdommenis hebben geholpen. Neem financieel directeur Gilbert Mittler. De rechtbank in Utrecht oordeelde dat Mittler de beleggers had misleid. Resultaat voor Mittler: 4,22 miljoen euro ontslagpremie. Is dat typisch Belgisch geknoei? Neem dan Barclays Bank. Solide. Betrouwbaar. Brits. In 2011 kreeg baas Bob Diamond daar 6 miljoen driehonderdduizend pond. Voor hem is dát zakgeld. Bij Barclays en een hoop andere banken hebben ze jammer genoeg een beetje vals gespeeld met de rentevoeten die gelden voor leningen tussen banken - Libor en Euribor heten die instrumenten. Een planetaire schurkenstreek, want Libor en Euribor sturen de bewegingen van enkele honderdduizenden miljarden euro's. If you pay a hell of a lot of money, you still get monkeys. And crooks too.
Duur betalen voor slecht werk of voor schaamteloos bedrog, dat is anti-economie. Geen enkel mens kan ooit recht laten gelden op dergelijke bedragen. Zulke bonussen verdien je nooit. Je rooft ze. Maar in hun ideologie is roven goed. Sterker: is roven het hoogste goed. Is roven niet meer dan rechtmatig. Nu ik erover nadenk, ja, miljoenenbonussen verdienen kan tóch. Er zijn een paar uitzonderingen. Bijvoorbeeld Wolfgang Amadeus Mozart. Of Marie Curie. Of Louis Pasteur. Of Pater Damiaan. Ruim geschat misschien tien per eeuw.
Markten zijn geen natuurverschijnsel. Markten zijn mensenwerk. Bijgevolg kunnen mensen markten veranderen. Economie is geen natuurverschijnsel. Economie is mensenwerk. De onwrikbare wetmatigheden van de economie, de economische realiteit, de economische rationaliteit, het is allemaal mensenwerk. Dus vatbaar voor verandering. Maar intussen is wel het zinnetje van Bill Clinton spreekwoordelijk geworden. It's the economy, stupid. Politiek draait om economie, punt uit. Wie iets anders durft te beweren, is een extremist. Of een populist. Dit wil meteen ook zeggen dat de economische rationaliteit de enige is waarmee een ernstig mens rekening mag houden.
Het enige wat waarde heeft is dus het maximale voordeel nastreven voor jezelf. Het enige wat écht telt, is zelfzucht, want rationaliteit is altijd egoïstisch, zo niet is het geen rationaliteit. Daarbij hoor je keer op keer spreken over dé realiteit, wat dan betekent dat de economische realiteit de enige is. Daaruit volgt dat alle andere handelwijzen niet realistisch zijn. Irrationeel zijn. Ik blijf het herhalen, de rationaliteit zoals veel economen die definiëren, is er slechts één te midden van talloze rationaliteiten. Misschien zijn die andere rationaliteiten wel superieur, ik weet het niet. Maar de econoom weet het evenmin. Er zijn trouwens denkrichtingen in de economie die het oude standpunt verlaten hebben en rekening houden met allerlei andere motieven.
Investeren in liefde
Ik verwerp het ambacht van de econoom niet. Het is me er zelfs niet om te doen de klassieke economische definitie van rationaliteit overboord te gooien. Het komt er veeleer op aan haar de plaats toe te wijzen waar ze werkt met gunstig gevolg, en haar terug te duwen zodra ze haar grenzen overschrijdt. En dat laatste doet ze voortdurend. Het zal een heidens karwei zijn. Ons taalgebruik, onze redeneertrant zijn vaker dan we het zelf beseffen doordrongen van het idee dat rationaliteit zoals economen die definiëren onze leidraad moet zijn. Dat dus zelfzucht ons handelen moet bepalen. Ons dagelijkse taalgebruik is doortrokken van productiedenken, consumptiedenken, rendabiliteitsdenken. Er zijn genoeg voorbeelden.
In mijn land heb je basisscholen waar ze de vaardigheden van de kleuters testen met het doel ze al op prille leeftijd de juiste economische richting uit te sturen. In sommige lagere scholen moeten kinderen contracten sluiten met de juf of de meester om een of andere opdracht uit te voeren. Of een voorbeeld uit de intiemste sfeer, de liefde. Als een huwelijk na een paar jaar strandt, hoor je jonge mensen zeggen: ik heb niet genoeg geïnvesteerd in mijn relatie. Geïnvesteerd! En dan zou er een return on investment moeten volgen, zeker? Dat lijkt verdacht veel op betaalde liefde. Het huwelijk als vorm van prostitutie, de ouwe Marx had het daar al over.
Waarom gaat de economie niet in de leer bij de natuurkunde? Heden ten dage zeggen fysici dat ze misschien vier of vijf procent van de materie in het heelal kennen. Al de rest, meer dan negentig procent is
.... wel, ze weten het niet. Indien economen nu eens zouden zeggen, wij doorgronden vijf procent van het economische handelen. Al het overige is mysterie. Dat zou meteen verklaren hoe het komt dat we in deze crisis nog nooit één steekhoudende voorspelling van een econoom hebben vernomen. Alla, nauwelijks, er was Roubini, maar zijn vakbroeders weigerden naar hem te luisteren.
Obscuur bijgeloof
De stichter van de machtige sekte der economen, Adam Smith, een honorabele Schot, hoogleraar moraalfilosofie en ontvanger bij de douane, heeft een beklijvende zin geschreven over het individu dat hard werkt en winst nastreeft:
... he is in this, as in many other cases, led by an invisible hand to promote an end which was no part of his intention.' (.... in dit geval en in veel andere gevallen wordt hij geleid door een onzichtbare hand die een doel bevordert dat hij niet beoogde.) Die zin komt uit een van de meest invloedrijke boeken van de moderne tijd, The wealth of Nations, verschenen in 1776, toen Groot-Brittannië aan de spits stond van de industriële revolutie. Zeven jaar eerder had James Watt patent op zijn stoommachine verworven, de eerste ijzeren brug ter wereld werd in 1779 gebouwd, in 1784 kreeg Watt patent op de eerste locomotief.
Maar misschien heeft het boek van Smith de wereld meer veranderd dan de stoommachine het deed. Vandaag, in tijden van nanotechnologie, is het geloof in de onzichtbare hand nog steeds de heersende religie der economen. Toegegeven, andersdenkende economen bestaan, ik heb er zelfs al ontmoet. Hun afwijkende ideeën dringen nauwelijks door tot de hogere geestelijkheid van de Sint-Precariusparochie. Die werpt zich plat ter aarde voor de lege plek waar zij de onzichtbare hand vermoedt. Ik heb altijd gedacht dat economie fungeerde als een soort theologie van een obscuur bijgeloof. Maar dit tart toch de verbeelding.
Stelt u zich nu één ogenblik voor, een gezaghebbend hoogleraar economie in Leiden of Harvard zou in alle ernst verkondigen dat het handelen van miljarden mensen in goede banen wordt geleid door de Onzichtbare Grote Teen of het Onzichtbare Oorlelletje. Echter, wie verkondigt dat ons leven in goede banen wordt geleid door de Onzichtbare Hand, mag jaren lang de baas zijn van de Federal Reserve. De Bende van de Onzichtbare Hand, het lijkt wel de titel van een spannend jongensboek uit de jaren vijftig. Nee hoor. Economen beschouwen hun bijgeloof uit de pruikentijd als het summum van hedendaagse rationaliteit. Zelfs een catastrofe van cyclopische omvang kan hen niet aan het wankelen brengen.

Deze tekst verscheen in De Standaard van 18 december 2012
Bron: Liberales.be
Geert Van Istendael
januari 2013