VERBOD OP LEVENSBESCHOUWELIJKE KENTEKENS LEIDT TOT MEER VRIJHEID
Op 1 september 2009 werd in het Koninklijk Atheneum van Antwerpen een verbod op levensbeschouwelijke kentekens ingevoerd. Veel mensen waren verbaasd dat deze school, met een zestigtal nationaliteiten, een toonbeeld van een geslaagd diversiteitsbeleid, zo'n drastische maatregel nam. Voor mij als directrice en ook voor het personeel was het echter het resultaat van een lang actief proces.
Ik was elf dagen directrice toen twee gekaapte passagiersvliegtuigen de torens van het WTC in New York neerhaalden. Binnen 24 uur stond ook onze school in rep en roer. Want ja, niet iedereen wou meedoen aan de gevraagde minuut stilte voor de vele slachtoffers. Sedertdien is de discussie niet meer weggegaan uit onze school. Nadat 9/11 ons met de neus op de feiten had gedrukt, restte geen andere keuze dan gevestigde systemen te herdenken. Het waren de leraars, die van de levensbeschouwelijke vakken voorop, die van mening waren dat de bestaande conflicten uitgepraat moesten worden, dus ook in de lessen: hoe gaan we met elkaar om, wat scheidt ons, wat vinden we gemeenschappelijk, en vooral: hoe bouwen we bruggen naar elkaar?
Wat uit de gesprekken haarscherp naar voren kwam, was de behoefte aan een constructieve dialoog. Vele dimensies werden gedeeld, andere bleven verschillen, afhankelijk van godsdienst of levensbeschouwing. Voor de verschillen kwamen we vaak voor de keuze: ze omzeilen of ze confronteren. We kozen voor het laatste en legden ze op tafel. Conflicten waren en zijn onvermijdelijk, maar ook louterend: rond wederzijds respect, de schepping, de evolutietheorie, seksualiteit, vrijheid, gelijkheid man/vrouw, politiek, finaal ook rond het dragen van levensbeschouwelijke kentekens op school.
In die laatste polemiek kwam een brede sociale problematiek naar voren en kwamen godsdienstvrijheid en individuele vrijheid lijnrecht tegenover elkaar te staan: de keuze van velen voor de hoofddoek en de sociale druk hierrond dreigden de vrije keuze van anderen in het gedrang te brengen. Zo kwam het tot het verbod, in 2009. Het werd nationaal nieuws, voedde dagenlang de polemieken, leidde tot procedures bij de Raad van State en het Grondwettelijk Hof. In wezen was dit een beleidsdaad, een keuze die de politiek op Vlaams niveau zou moeten maken, en die ze vroeg of laat ook gedwongen zal zijn te maken. Het hele hoofddoekdebat is immers slechts het tipje van een sluier die sociale, economische, culturele en emancipatorische problemen verbergt.
Belangrijk is, dat nu ruim drie jaar later, de sociale druk en de dreigende monopolisering van denken en handelen in de school zijn afgewend. Individuele vrijheid, gelijkwaardigheid en vrije keuze staan weer centraal, er is meer openheid. Het is heel paradoxaal maar een verbod op levensbeschouwelijke kentekens leidt net tot meer (godsdienst)vrijheid voor iedereen. Tal van dingen waar vroeger onder religieuze druk discussie rond was, maken nu terug deel uit van ons dagelijks schoolbeleid: turnen, zwemmen, een schoolbal, een talentenshow, studiereizen in binnen- en buitenland, enzovoort.
Als er botsingen of wrijvingen zijn, dan is dat vooral omdat we in de loop der jaren, doorheen onze dialogen tot een gemeenschappelijke sokkel van onwrikbare basiswaarden waren gekomen: universele rechten van de mens; wederzijds respect en wederkerigheid; vrije meningsuiting; vrije keuze en vrijheid van het individu; gelijkheid van man en vrouw; vrij wetenschappelijk onderzoek; scheiding van kerk en staat. Het bewaken van die waarden, het balanceren rond de botsingen en het maken van afspraken in het algemeen belang vormen de kern van het actief pluralisme.
Religies zijn immers vandaag iets anders dan de cultuur van de gesloten dorpen. Ze leven op het internet, reizen mee met alle mensen onderweg. Ze zijn opengetrokken, met elkaar geconfronteerd. Het heeft ook geen zin religie en levensbeschouwing in scholen te blijven aanleren langs het monopolie van één kanaal, het is net dankzij dialoog en confrontatie, dat religies en levensbeschouwingen zichzelf in vraag gaan en moeten stellen. Op deze manier kunnen afspraken gemaakt worden die het samenleven in diversiteit ten goede komen. Actief pluralisme lijkt me een rijke toekomst tegemoet te gaan, omdat de geglobaliseerde samenleving onze steden en steeds meer ook onze dorpen heeft bereikt. Uit wrijving is iets nieuws voortgekomen dat in de toekomst alleen maar harder zal blinken!

De auteur is sinds 2001 directrice van het Koninklijk Atheneum in Antwerpen.
Karin Heremans
Bron: Liberales.be
maart 2013