OP DE BRES VOOR EEN SECULIER TURKIJE
Al een maand wordt er in Turkije betoogd tegen het conservatieve en repressieve beleid van
Recep Tayyip Erdogan en zijn regering met AKP-meerderheid. De manifestanten willen hun
individuele vrijheden niet beknot zien door het stijgend aantal islamitische regeltjes. Ze eisen
dat de regering de democratische spelregels respecteert. Je kan dus moeilijk spreken van een
'kleine groep relschoppers met banden met terroristische groeperingen'. Logischerwijs zou je
dan van de kant van het regime toch een opening verwachten. Maar premier Erdogan rolt zijn
spierballen. Hij organiseerde het voorbije weekend een massameeting om te laten zien wie de
grootste is en laat de politie harder optreden.
Tot op vandaag worden mensen opgepakt - ook zij die een stil protest voeren - en dagenlang
vastgehouden vooraleer ze voor de procureur verschijnen. De minister van Binnenlandse Zaken,
Muammer Güler, kondigde aan 'cybercrime' te zullen aanpakken om te beletten dat
'ongeoorloofde propaganda' via sociale media verder zou verspreid worden', aldus het dagblad
Hürriyet Daily News, dat een ministeriële bron citeert. Zo werden in Izmir al 25 personen
opgepakt omdat ze 'foute of beledigende informatie' getwitterd hadden. Ook de klassieke media
worden zwaar aangepakt. Dinsdagmorgen vielen Turkse veiligheidsfunctionarissen en
politieagenten binnen bij de krant Atilim en het persbureau Etkin in Istanbul. De boodschap is
duidelijk: de betogers zullen moeten buigen.
Hoezeer ik die houding van de Turkse Eerste Minister ook betreur en zelfs verafschuw, ze
verbaast me niet. Een islampartij ziet in de seculiere staat en de individuele vrijheid die ermee
gepaard gaat nu eenmaal belemmeringen voor de realisatie van hun ultieme doelstelling: een
islamisering van de samenleving. Alle Turken zijn dan in eerste instantie onderdanen van Allah,
in tweede instantie burgers met bepaalde rechten en plichten. Kemal Atatürk had in 1923 van
zijn land nochtans een seculiere staat gemaakt. De shariarechtspraak werd afgeschaft,
polygamie werd verboden, vrouwen kregen gelijke rechten als mannen, hoofddoeken in
openbare instellingen en op scholen werden verboden, en er kwam een strikte scheiding tussen
kerk en staat. Voor Erdogan is vooral dat laatste een doorn in het oog. Individuele keuzes zoals
het recht op abortus en het gebruik van alcohol werden teruggeschroefd.
Ook de emancipatie van vrouwen draait hij langzaam maar zeker terug. Zo liet hij zich duidelijk
uit over de rol van de vrouw: "Een goede Turkse vrouw hoort aan de haard in plaats van een
carrière uit te bouwen en ze heeft minstens drie kinderen." Zelfs een schijnbare futiliteit als het
gebruik van lipstick bekritiseerde hij. Voor een land dat sinds 1924 ook aan vrouwen stemrecht
verleende, is dit een opmerkelijke stap achteruit. Het feit dat recent weer geen rekening
gehouden werd met de mening van burgers bij de 'herinrichting' van het Gezi-park, was de
druppel die de emmer van veel ontevreden burgers deed overlopen. En redenen tot
ontevredenheid en ongerustheid over hun toekomst hebben ze stilaan genoeg: nergens zitten
meer journalisten in de cel dan in Turkije, net als topofficieren die niet van AKP-signatuur zijn.
Elke Europeaan die zijn geschiedenis een beetje kent en een minimum aan politieke feeling
heeft, verwacht dat progressieve politici en intellectuelen de acties van Erdogan in de scherpste
bewoordingen zouden veroordelen. Maar in de nationale media krijgen we naast het verslag van
reporters in Turkije geen of weinig commentaar van lokale politici. Nochtans hebben de
collega's van Sp.a en Groen vaak aandacht voor het Nabije Oosten. Wat Israël ook moge
ondernemen, er komt een vraag of resolutie met daaraan gekoppeld een persactie uit de
progressieve fracties. Ook voor Syrië heeft men de nodige aandacht. Maar wanneer Erdogan ter
sprake komt, is het stil. Nochtans zijn de nodige juridische kapstokken om een resolutie aan op te
hangen voorhanden. Turkije ondertekende in 1966 het Internationaal Verdrag inzake
Burgerrechten en Politieke Rechten (IVBPR). Bovendien is Turkije kandidaat-lidstaat van de
Europese Unie. De toetredingsonderhandelingen zijn aan de gang en je kan verwachten dat
Erdogan toch weet dat hij het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie ook zal
moeten onderschrijven indien Turkije een Europese lidstaat wil worden.
Van die Grondrechten wijken ze nu wel enorm af. Vandaar ook de verklaring van Catherine
Ashton, Hoge Vertegenwoordiger voor het Buitenlands- en Veiligheidsbeleid en de resolutie
(2013/2664-RSP) van het Europees Parlement, waarin de acties van de Turkse regering en
premier Erdogan betreurd worden en gevraagd wordt om stappen te zetten naar verzoening en
verdere polarisering tegen te gaan. Ook de VN lanceerde dergelijke oproep. Maar de
zelfverklaarde progressieven, die over bijvoorbeeld wapenhandel een zeer duidelijke mening
hebben, zijn nu te laf om zich tegen het misdadig gedrag van de Turkse islamisten uit te spreken.
In een aflevering van Terzake enkele weken geleden, danste Meyrem Almaci om de hete brei
heen. Niet één keer sprak ze over de dictatoriale aanpak van Erdogan. Het zijn nochtans hun
kameraden, Turkse socialisten en groenen naast liberalen, die al weken een dapper protest voor
vrijheid en respect van de mensenrechten volhouden en internationale steun vragen.
Kan het dat ons buitenlands beleid en onze kijk op mensenrechten steeds verder bepaald wordt
door de electorale overwegingen van partijen die strijden om de stem van de zogenaamde
'allochtoon'? Of hebben we nu gewoon tijdelijk te weinig moedige politici om duidelijkheid te
verschaffen? Het zou een slechte zaak zijn voor ons land, mochten we nog veel compromissen te
slikken krijgen zoals het Gentse aanpak van 'de neutrale dienstverlening aan het loket'. Mensen
zullen deze dubbelzinnige houding niet blijven aanvaarden. Als de progressieven zo bang worden
om een deel van de kiezers te schofferen, ook al weten ze dat ze alle principes en internationale
verdragen aan hun kant hebben, dan wordt de impact van conservatieven uit de Turkse
gemeenschap onaanvaardbaar groot.
Bovendien verwacht ik van partijen een consequent verhaal, in plaats van dit plat electoralisme:
als u wakker ligt van de mensenrechten in Bangladesh, China en Syrië, gelieve dan ook de moed
te hebben u uit te spreken over de wantoestanden in Turkije. Voor de liberalen is het klaar als
een klontje: wat Erdogan doet, is onaanvaardbaar.
Ann Brusseel
Bron Liberales.be
september 2013