Hoe gaat democratie praktisch in zijn werk?
Om democratie in een land ( België )met tien miljoen mensen te laten werken moeten we
gebruikmaken van een parlement dat het overgrote deel van de wetten behandelt. Dat
parlementheeft echter maar beslissingsbevoegdheid zolang de bevolking niet zelf direct wens te
beslissen.
Zodra het parlement dus tegen de wil van de bevolking een bepaalde wet niét of juist wél
invoert kan er een referendum opgestart worden. Om te vermijden dat men om de paar
weken naar de stembus moet zullen er twee of drie keer per jaar 'referendumdagen'
worden ingericht waarop alle referenda die zijn ingediend gebundeld worden.
Er bestaan talloze vormen van directe democratie met bijna ontelbaar veel verschillende
procedures en modaliteiten. Onderstaand voorstel dekt dan ook enkel de belangrijkste en
meest essentiële kenmerken van een directe democratische procedure.
Stap 1: het burgerwetsvoorstel
Één of meer burgers wensen een wet in te voeren, te veranderen of op te heffen. Ze
stellen een wetsvoorstel op. Ze moeten een minimum aantal handtekeningen verzamelen
ter ondersteuning van hun voorstel.
Zodra het initiatief 10.000 handtekeningen (op federaal niveau - om een wet tegen te
houden die het parlement wil invoeren zijn 5.000 handtekeningen voldoende) van de
kiesgerechtigden heeft verzameld, gaat het voorstel naar het parlement. Het parlement is
dan verplicht om de indieners van het voorstel te horen, het voorstel te behandelen en het
vervolgens te aanvaarden of te verwerpen. De argumentatie die het parlement daarbij
ontwikkelt kan een belangrijke bijdrage betekenen tot de maatschappelijke beeldvorming
rond het voorstel. Indien het parlement het voorstel aanvaardt, heeft het burgerinitiatief
natuurlijk zijn doel bereikt. Indien het parlement het voorstel verwerpt, en het
burgerinitiatief is niet overtuigd door de argumentatie van het parlement, dan kan het
verder gaan naar de tweede stap. Het parlement kan natuurlijk ook een tegenvoorstel
doen dat dan al dan niet aanvaard kan worden door de initiatiefgroep.
Op deze manier kunnen burgers actieve inspraak in het parlement afdwingen zonder dat
men meteen naar het referendum moet grijpen. Het parlement kan op die manier ook
representatiever worden omdat burgers 'hun vertegenwoordigers' veel beter kunnen
controleren. Het parlement kan zo ook ten volle zijn rol spelen als de plaats waar er tijd en
ruimte is om maatschappelijke problemen grondig te behandelen. Dit instrument zal ook
veel krachtiger zijn dan een loutere petitie of een hoorzitting, omdat het parlement weet
dat de burgers altijd het referendum als stok achter de deur hebben.
Stap 2: referendum aanvraag
Indien het burgerwetsvoorstel door het parlement niet aanvaard werd, of indien de burgers
de stap van het burgervoorstel wensen over te slaan, kunnen de burgers een beslissend
referendum afdwingen door 10 keer meer handtekeningen voor hun voorstel te
verzamelen. Om een referendum voor het invoeren van een nieuwe wet te bekomen
moeten er dus 100.000 handtekeningen verzameld worden, om een wet die door het
parlement wordt behandeld tegen te houden zijn er 50.000 handtekeningen nodig.
In een democratie rust de ultieme soevereiniteit bij de volledige verzameling van burgers.
Wie denkt dat het representatieve orgaan tegen de wil van de bevolking ingaat moet dus
steeds een beroep kunnen doen op het referendum.
Stap 3: bindend referendum
Binnen de zes maanden nadat de vereiste handtekeningen zijn verzameld en neergelegd,
moet er een bindend referendum over het burgerwetsvoorstel worden georganiseerd.
Indien de meerderheid van de kiezers het voorstel aanvaarden, wordt de nieuwe wet
ingevoerd. In het andere geval is het voorstel verworpen.
Essentieel is, dat aan het referendum een periode van maatschappelijke beeldvorming
voorafgaat. Hierbij moeten de voor en tegenstanders van het wetsvoorstel op voldoende
en gelijkwaardige wijze aan het woord kunnen komen in de media.
Eerlijke referenda
Om van het referendum een constructief en werkbaar instrument te maken moeten ook
enkele randvoorwaarden vervuld zijn. Het zijn dikwijls deze 'details' die ervoor zorgen of
het referendum echt werkbaar is. In heel wat landen waar bovenstaande stappen in een of
andere vorm bestaan zijn ze dikwijls onbruikbaar gemaakt doordat de politici slechte
modaliteiten invoerden.
1. Het aantal te behalen handtekeningen mag niet te hoog zijn opdat ook gewone burgers
een dergelijk initiatief kunnen starten (tussen de 0,1% en 0,2% voor de initiatieffase en 1 à
2 % voor de tweede fase of de referendum aanvraag) Met de handtekeningendrempel kan
het aantal referenda 'gestuurd' worden. Een hogere drempel leidt tot minder referenda,
een lagere drempel tot meer referenda.
2. De handtekeningenophaling mag niet gebonden zijn aan een bepaalde plaats, en er
moet voldoende tijd voor worden voorzien.
3. Er mag geen uitsluiting zijn van onderwerpen. De ultieme soevereiniteit ligt bij het volk,
er kan geen hogere macht zijn die bepaalde onderwerpen uitsluit van directe stemming
door het volk.
4. Voor en tegenstanders moeten gelijk aan bod kunnen komen in de media,
en voorafgaand aan de stemming moet de overheid een informatiebrochure verspreiden. Een
evenwichtig debat voorafgaand aan de stemming is bijzonder belangrijk.
5. Er kunnen geen meerdere referendum campagnes lopen over een reeds ingediend
onderwerp binnen een legislatuurperiode. Op deze manier probeert men een initiatief
vaak te blokkeren omdat de kiezers zo in verwarring geraken.
6. De meerderheid van de uitgebrachte stemmen beslist. Er mogen geen
deelnamequorums, geen goedkeuringsquorums, en geen speciale meerderheden gelden.
Deelnamequorums en goedkeuringsquorums maken het mogelijk dat een minderheid
haar slag thuishaalt tegen een meerderheid door middel van een boycotactie. Ook bij
speciale meerderheden kan een minderheid iets blokkeren tegen de wil van de
meerderheid in. Er is principieel geen verantwoording voor zo'n systeem die aan een
bepaalde groep burgers meer macht zou geven dan aan een andere groep.
7. De procedures en modaliteiten van het BROV, zowel als alle beslissingen die door een
BROV genomen worden, moeten rechtstreeks in de Grondwet worden ingeschreven. Een
voorstel vanuit het parlement tot wijziging van de Grondwet kan enkel met een bindend
referendum door de bevolking worden goedgekeurd. Op die manier kan de politieke elite
niet stiekem een beslissing die per referendum is genomen ongedaan maken, of de
werking van het referendum bemoeilijken.
Democatie.nu
Zavelstraat 22
3212 Pellenberg
secretariaat@democratie.nu
Bron:www.democratie.nu
Dat Nederlandse overheid- net als vele andere dictaturen- de schijn van democratie wil
ophouden geeft al aan, dat die democratie slechts een wapen is om het volk( klootjesvolk) mee
onder de duim te houden.
Dat de Nederlandse overheid al heel lang een fascistisch systeem hanteert bij het maken van
beleid, staat nogmaals voor de duidelijk hier:
Landen, waar een echte democratie heerste en waar de economie ver uitsteekt boven de
Nederlandse zijn : Zwitserland en IJsland.
Dat zijn allebei landen die niets van de dictatoriale EU willen weten.
Slechts een zijdelingse samenwerking -zonder verplichtingen- hebben die twee landen met de
EU.
Dat hoofdzakelijk rechtse partijen tegen een referendum zijn toont aan waarom in Nederland
nog steeds een corporatistisch systeem gehanteerd word.
Elk jaar komen er vele miljonairs bij die hoofdzakelijk met geld van de belastingbetalers
miljonair geworden zijn.
Onze pensioenpotten - voor het grootste deel opgebracht dóór en eigendom ván het
klootjesvolk -worden dagelijks door vakbondsparasieten, toga criminelen en profiteurs van hun
winst ontdaan.
Toch zullen we- het volk- het parlement moeten gaan dwingen om zich eens als een echt
democratisch parlement te gaan gedragen.
Wat is democratie?
"Democratie is een bestuursvorm.
Het Nederlandse woord stamt af van de Griekse woorden ????? (dèmos)= "volk" en ??????
(krateo)= "heersen, regeren" en betekent dus letterlijk: "volksheerschappij".
Een bindend referendum is dan ook de enige uitweg uit de naderbij komende dictatuur: die van
de EU.
De Nederlandse politici behoren- net als die van vele andere regeringen- tot het soort mensen,
dat ik persoonlijk zie als het allerlaagste soort van wat er in de wereld aan mensen rondloopt.
Een Indiaan uit de bijna onbekende bossen van Brazilië is en leeft een stuk democratischer dan
de Staten Generaal van Nederland.
Laten we derhalve proberen- op een verbale manier- deze laagste mensensoort te overtuigen
dat zij in democratisch opzicht geheel en al fout handelen.
Dag.
Augustus 2013